Examples of using "Verschlossen" in a sentence and their dutch translations:
De deur van Toms kamer was dicht.
De deur is op slot.
De deur was van buitenaf gesloten.
Die deur is van binnen vergrendeld.
De deur was van binnenaf gesloten.
Hij stond voor een gesloten deur.
- De deur is gesloten.
- De deur is op slot.
Tom merkte dat de deur niet op slot was.
- Deze deur is gesloten.
- Deze deur is op slot.
Onze diepvries stond onder de koelkast; we moesten hem dichthouden met tape.
Nadat ik alle deuren sloot, ging ik slapen.
Ik heb gecontroleerd of de deur op slot zat.
- De deur is dicht.
- De deur is gesloten.
Heb je 's nachts ooit de deur van jouw kamer op slot gedaan?