Examples of using "Afrika" in a sentence and their dutch translations:
China, India, Afrika.
Afrika is geen land.
Nijlpaarden leven in Afrika.
Tunesië ligt in Afrika.
Er verhongeren kinderen in Afrika.
Nijlpaarden leven in Afrika.
- De mens is afkomstig uit Afrika.
- De mens komt oorspronkelijk uit Afrika.
Hij heeft Afrika voorgoed verlaten.
Hij heeft Afrika voorgoed verlaten.
Veel kinderen in Afrika sterven van de honger.
Toms voorouders kwamen uit Afrika.
Ik kom niet uit Afrika.
Het is heet in Afrika.
Hij heeft Afrika voorgoed verlaten.
Marie heeft haar kinderjaren in Afrika doorgebracht.
Op deze grafiek zien jullie India en Afrika.
Veel mensen in Afrika spreken Frans.
Afrika is een continent, Groenland niet.
Veel mensen in Afrika hebben honger.
Hij heeft Afrika voorgoed verlaten.
Olifanten leven in Azië en Afrika.
Een cycloon door het zuiden van Afrika.
De oorlog in Europa werd naar Afrika overgezet.
Onze reis naar Afrika werd een reuzefiasco.
Er zijn geen wilde tijgers in Afrika.
Kijk naar Groenland en Afrika.
In subsaharaans Afrika leven honderden miljoenen mensen
maar als we kijken naar de opbrengst van maïs ten zuiden van de Sahara,
De eerste moslims van Trinidad en Tobago kwamen uit Afrika.
Veel mensen in Afrika werden gedood door de stormwind.
Hij kwam mij bezoeken drie dagen voor zijn vertrek naar Afrika.
De blauwe lijn is India, de rode is Afrika.
Kijk eens naar de grootte van Afrika in vergelijking met Groenland.
Olifanten zijn er in Afrika en Indië.
De hongerlijders in Afrika hebben dringend hulp nodig.
De bevolkingsgroei is het gevolg van de constante immigratie uit andere landen van de Europese Unie, uit Afrika en het Nabije Oosten.
Mensen die met een vork eten, wonen voornamelijk in Europa, Noord-Amerika en Latijns Amerika; mensen die met stokjes eten, wonen in Oost-Azië, en mensen die met hun vingers eten wonen in Afrika, het Nabije Oosten, Indonesië en India.