Examples of using "Vivait" in a sentence and their dutch translations:
Tom woonde daar.
Hij vroeg me waar mijn oom woonde.
Mijn familie woonde in een hut.
Mijn oma woonde bij ons.
- Een verschrikkelijk monster leefde hier vroeger.
- Vroeger leefde hier een verschrikkelijk monster.
Een verschrikkelijk monster leefde hier vroeger.
Santa Ana leefde in ballingschap in Cuba.
Tom woonde naast zijn oom.
Tom woonde hier.
Hoe ben je erachter gekomen dat je broer daar woonde?
Ze woonde in Perth en ze was gek van skateboarden.
Tom woonde daar.
Er leefde eens een ondeugende jongen in dit dorp.
Er was eens een oude koning die op een klein eiland woonde.
Er was eens een oude koning die op een klein eiland woonde.
Wat zou er gebeuren als de hele wereld zou leven zoals de Amerikanen?
Hij was een luiaard, die enkel leefde om te eten, te drinken, en kaart te spelen.
Een jaar of twaalf, vijftien geleden woonde in de stad, in een particulier huis aan de hoofdstraat, ambtenaar Gromov, een betrouwbaar en vermogend man.