Translation of "Soucis" in Dutch

Il a des soucis.

Hij zit in de problemen.

Il n'a pas de soucis.

Hij heeft geen zorgen.

Je me fais des soucis pour sa sécurité.

Ik ben bezorgd om haar veiligheid.

- Il a des soucis.
- Il a des ennuis.

Hij zit in de problemen.

Franchement, ma chère, c'est le cadet de mes soucis !

Dat, mijn liefste, is eerlijk gezegd het minste van mijn zorgen.

J'ai trop de soucis en tête pour le moment.

Ik heb te veel dingen aan mijn hoofd op het moment.

- Ne t'inquiète pas.
- T'inquiète.
- Ne te fais pas de soucis.

- Maak je geen zorgen.
- Maak u niet ongerust.

« Je pense qu'il y a un soucis avec votre test d'aptitude. »

"Weet je, er is iets mis met je toelatingsproef.

Ne te fais pas de soucis pour un problème si trivial.

Maak u geen zorgen over zo een kleine moeilijkheid.

Je ne me serais pas fait de soucis pour de telles choses.

Ik zou mij over deze zaken geen zorgen maken.

- Ne vous inquiétez pas. Je m'en charge.
- Ne vous faites pas de soucis. Je m'en charge.

Maak u geen zorgen. Ik doe dat wel.

Tu devrais tourner sept fois ta langue dans ta bouche avant de parler, cela t'éviterait beaucoup de soucis et de malentendus.

Je zou je tong zeven keer in je mond moeten ronddraaien voordat je spreekt, dat zou je een boel zorgen en misverstanden schelen.

- Ne t'inquiète pas.
- T'inquiète pas.
- T'inquiète.
- Ne t'inquiète pas !
- Ne te fais pas de soucis.
- Ne sois pas inquiet.
- Ne sois pas inquiète.

- Maak je geen zorgen.
- Maak u niet ongerust.