Translation of "Sauter" in Dutch

Faites sauter.

Blaas het op.

- Regarde avant de sauter.
- Regardez avant de sauter.

Bezint voor je begint.

Je peux sauter.

Ik kan springen.

J'ai vu l'homme sauter.

Ik heb de man zien springen.

- Je ne vous laisserai pas sauter.
- Je ne te laisserai pas sauter.

Ik ga je niet laten springen.

Bon, on se prépare. On va sauter.

Laten we ons voorbereiden. Maak je klaar om te springen.

Ma sœur adore la corde à sauter.

Mijn dochter is gek op touwtjespringen.

Vous voulez sauter ? Ça fait une longue chute.

Dus je wilt springen? Het is ver naar beneden.

Il faut sauter, l'embrocher et le bloquer au fond.

Spring. Pak hem. En pin hem aan de bodem.

Il est dangereux de sauter d'un train en marche.

Het is gevaarlijk om van een rijdende trein te springen.

Pour voler en avion et sauter en parachute, tapez "droite".

Als je in een vliegtuig wilt vliegen en skydiven, tik dan rechts.

Puis il m'a lâché pour tenter de sauter hors du complexe.

Het liet me los en probeerde uit de compound te springen.

Pour voler en avion et sauter en parachute, cliquez sur "droite".

Als je in een vliegtuig wilt vliegen en skydiven, klik dan rechts.

- Merde, j'ai fait sauter un fusible !
- Merde, j'ai pété un plomb !

Verdomme, ik heb een zekering opgeblazen.

Le pilote a réussi a sauter à temps, mais l'avion est introuvable.

De piloot heeft zich met een parachute gered, maar het wrak is nog kwijt.

- La pelouse a besoin d'être arrosée.
- Il faut faire sauter la pelouse.

- Het gras moet besproeid worden.
- Het gras moet worden gesproeid.
- Het gazon moet worden besproeid.

- À quelle hauteur peux-tu sauter ?
- À quelle hauteur pouvez-vous sauter ?
- À quelle hauteur peux-tu sauter ?

- Hoe hoog kun je springen?
- Hoe hoog kunnen jullie springen?