Examples of using "Faites" in a sentence and their dutch translations:
Maak uzelf vleierig.
Doe je best.
Maak plaats!
Wees voorzichtig!
- Laat zien!
- Laat mij eens kijken!
Blaas het op.
Vorm een paar.
Waar zijn jullie mee bezig?
Wat ben je aan het doen?
Kook het water.
Maak Esperanto bekend.
Doe het nu onmiddellijk.
Doe het op deze manier.
- Doe het huiswerk!
- Maak het huiswerk!
Plaats uw inzet!
- Doe een inspanning!
- Doe uw best!
Doe een inspanning!
- Maak lawaai!
- Maak wat lawaai!
- Ik wil jullie horen!
- Doe niets!
- Doe niks!
Sluit vrede!
Doe het op deze manier.
- Kijk uit!
- Let op!
- Wees op je hoede.
- Kijk uit!
- Voorzichtig!
- Let op!
- Geef acht!
- Pas op!
- Kijk uit.
Goede reis!
Maak geen geluid!
- Kijk uit!
- Voorzichtig!
- Let op!
- Wees voorzichtig.
- Pas nu op!
- Attentie!
- Opgepast!
- Pas op!
- Kijk uit.
Oké jongens, rustig aan hier.
- Opzij!
- Uit de weg!
- Lazer op!
- Maak plaats!
Doe het zelf.
Voel u thuis bij ons.
Welke schoenmaat heeft u?
Doe niets overhaast.
Niet doen!
Doe wat ge wilt.
Vertrouwt u haar?
- Geniet van uw verblijf.
- Geniet van je verblijf.
Doet u aan sport?
Doe dat maar.
- Skiet u?
- Skiën jullie?
Fijne reis!
- Wat doet u om dat te stoppen?
- Wat doe jij om dat te stoppen?
- Voorzichtig!
- Pas op!
Goede reis!
Fijne reis!
- Doe het op deze manier.
- Doe het zo.
Het is jouw beslissing, maar neem hem snel.
Dus kook de zeeslakken, als je kan.
- Wat doe je in Japan?
- Wat doet u in Japan?
- Wat doen jullie in Japan?
Bedrijf de liefde, niet de oorlog.
- Kijk uit!
- Voorzichtig!
- Let op!
- Wees voorzichtig.
- Pas op!
- Kijk uit.
Doe alles wat nodig is.
Maak geen lawaai.
Doet u dit iedere dag?
Neem geen gevangenen!
Maak geen fouten!
Vertrouw hem niet.
- Maak plaats, alsjeblieft.
- Maak plaats, alstublieft.
- Maak ruimte, alsjeblieft.
- Maak ruimte, alstublieft.
Let alsjeblieft op.
Pas op het verkeer.
- Kijk uit!
- Voorzichtig!
- Let op!
- Geef acht!
- Wees voorzichtig.
- Pas nu op!
- Attentie!
- Opgepast!
- Pas op!
- Kijk uit.
Nee, wacht, laat maar.
Bedoelt u mij?
Jullie twee zijn een prachtig stel.
Over wie heb je het?
- Begin niet te veralgemenen.
- Maak geen generalisaties.
Doe het goed.
Wat doet u om hem te stoppen?
Doe me dat niet aan!
Hoe maakt u de rook?
- Kijk uit!
- Voorzichtig!
- Let op!
- Pas op!
Pas op!
Doe het dus niet. Als je het niet hoeft te doen, doe het niet.
Wat doen jullie in je vrije tijd?
Kook wat water.
Ik pak het zelf wel.
Maak geen geluid. Ik ben aan het studeren.
- Maak uw keuze.
- Maak je keuze.
- Maak jullie keuze.
Laat ons weten wanneer je aankomt.
Maak je bed op.
Maak een schets van uw huis.
Zorg dat hij het begrijpt!
Laat wat frisse lucht binnen.
Reken maar uit.
- Zeg "ahhh"!
- Zeg eens "ah!"