Examples of using "Pure" in a sentence and their dutch translations:
Het water is puur.
Dat is de zuivere waarheid.
Hij is een rasechte Japanner.
Hij is een Parijzenaar geboren en getogen.
- Het water is schoon.
- Het water is proper.
Ik trof hem puur toevallig.
De mayonaise is zuiver chemisch spul.
Ik zeg u niets anders dan de zuivere waarheid.
- Hij is een typische Japanse man.
- Het is een typische Japanner.
Hij is een Parijzenaar geboren en getogen.
Iedere gelijkenis met werkelijk bestaande personen, levend of dood, is puur toeval.
Het was niet meer dan een toeval.