Examples of using "Posa" in a sentence and their dutch translations:
- Hij stelde haar vragen.
- Hij heeft haar vragen gesteld.
Hij stelde me een vraag.
Hij legde zijn hoofd op het kussen.
Ze legde haar hoofd op het kussen.
Hij legde het boek op tafel.
Hij legde zijn hand op mijn schouder.
Ze legde haar baby op het bed.
Teder legde hij zijn hand op haar schouder.
Tom deed zijn horloge af en legde het op tafel.
- Zij stelde hem een paar vragen.
- Zij heeft hem een paar vragen gesteld.
Een felrood lieveheersbeestje landde op mijn vingertop.
Teder legde hij zijn hand op haar schouder.
Een enorme hond zette zijn voorpoot op mij, en van schrik wist ik niet wat te doen.
Ze legde haar baby op het bed.