Translation of "Partenaire" in Dutch

0.010 sec.

Examples of using "Partenaire" in a sentence and their dutch translations:

- J'ai besoin d'un partenaire.
- J'ai besoin d'une partenaire.

Ik heb een partner nodig.

Des mâles en quête d'une partenaire.

Amoureuze mannetjes zoeken een partner.

Je n'ai pas besoin de partenaire.

Ik heb geen partner nodig.

Cette dame blanche mâle cherche un partenaire.

Deze vrouwelijke jachtkrabspin zoekt een partner.

Cette fois, sa sérénade a attiré une partenaire.

Dit keer heeft zijn serenade hem een partner opgeleverd.

Et qu'elle a peut-être trouvé un partenaire.

En zo heeft ze misschien een partner gevonden.

S'il échoue, il sera son repas, et non son partenaire.

Als hij dit niet goed doet, kan hij als maaltijd eindigen.

L'Algérie est un pays partenaire très important pour l'Union européenne.

Algerije is een zeer belangrijk partnerland voor de Europese Unie.

Ce n'est pas bon de rester debout si tard la nuit, partenaire.

Het is niet goed als je zo laat in de avond opblijft, joh.

À peu près. Un mâle peut parcourir 400 m pour trouver une partenaire.

Dat is maar goed ook. Hij kan wel 400 meter afleggen voor een partner.

Ce que je veux, ce n'est pas une épouse, mais une partenaire sexuelle.

Wat ik wil, is geen echtgenote, maar een seksvriendin.

Avec le divorce, on perd non seulement son partenaire, mais aussi ses amis.

Met de scheiding verliest men niet alleen zijn partner, maar ook zijn vrienden.

Je veux remercier mon partenaire dans ce voyage, un homme qui a mené campagne avec son cœur, et parlé pour les hommes et les femmes avec lesquels il a grandi dans les rues de Scranton, et voyagé par le train de retour vers le Delaware, le Vice-Président élu des États-Unis, Joe Biden.

Ik wil mijn partner in deze reis bedanken, een man die vanuit zijn hart campagne voerde en voor de mannen en vrouwen sprak met wie hij opgroeide in de straten van Scranton en met wie hij in de trein naar huis reed naar Delaware, de gekozen vicepresident van de Verenigde Staten, Joe Biden.