Examples of using "Parlaient" in a sentence and their dutch translations:
Ze spraken Frans.
- Er werd gepraat.
- Mensen praatten.
De Romeinen spraken Latijn.
De Azteken spraken Nahuatl.
Ze spraken in zuiderlijk dialect.
Het bewijs sprak in zijn voordeel.
Ik begreep het niet want ze spraken zachtjes.
Ik verstond niet één woord, omdat ze Chinees spraken.