Examples of using "Pardonner" in a sentence and their dutch translations:
- Pardon.
- Excuseer!
- Pardon!
Pardon.
Kun je me vergeven?
Kan je mij vergeven?
Pardon.
Ik kan haar niet vergeven.
Is het moeilijker te vergeven, of te vergeten?
Ik kan mezelf mijn fouten niet vergeven.
- Kunnen jullie me vergeven?
- Kunt u me vergeven?
- Kan je mij vergeven?
- Tom kan Maria niet vergeven voor wat zij heeft gedaan.
- Tom kan Maria niet vergeven voor wat ze deed.
Vergeef me alsjeblieft.
De tweede copingstrategie is om jezelf te vergeven
- Vergeef me alsjeblieft.
- Pardon.
- Ik bied u m’n verontschuldigingen aan.
- Sorry...
Ik kan hem niet vergeven, alleen omdat hij een kind is.
- Vergeef me alsjeblieft.
- Excuseer.
- Pardon.
- Ik bied u m’n verontschuldigingen aan.
- Sorry...
Wat zegt u?