Translation of "Oublier " in Dutch

Je veux oublier.

Ik wil dat vergeten.

Je ne veux pas oublier.

Ik wil het niet vergeten.

Sadako voulait oublier tout ça.

Sadako wou dat vergeten.

Afin de ne pas les oublier.

zodat je ze niet vergeet.

- Veuillez oublier cela.
- Merci d'oublier ça.

Vergeet het alsjeblieft.

- Il ne faut pas oublier vos manuels scolaires.
- Il ne faut pas oublier tes manuels scolaires.

Je moet je schoolboeken niet vergeten.

Je ne peux pas oublier sa gentillesse.

Ik kan zijn vriendelijkheid niet vergeten.

Pouvons-nous oublier que ça vient d'arriver ?

Kunnen we vergeten dat dat net gebeurd is?

Je ne parviens pas à oublier Mary.

Ik kan Maria niet vergeten.

Tom note tout pour ne rien oublier.

Tom schrijft alles op zodat hij het niet vergeet.

Tu as tendance à oublier les choses.

Je hebt de neiging om dingen te vergeten.

Tu ne dois pas oublier tes livres d'école.

- Vergeet je schoolboeken niet.
- Vergeet uw schoolboeken niet.
- Vergeet jullie schoolboeken niet.

J'ai failli oublier mon parapluie dans le train.

Ik had bijna mijn paraplu in de trein laten liggen.

Tom note tout afin de ne rien oublier.

Tom schrijft alles op zodat hij het niet vergeet.

Je promets de ne pas oublier cette réunion.

Ik beloof dat ik deze sessie niet zal vergeten.

Il ne faut pas oublier vos manuels scolaires.

- Je moet je schoolboeken niet vergeten.
- U moet uw schoolboeken niet vergeten.

- Je ne veux plus en entendre parler.
- J'aimerais l'oublier.
- Je veux l'oublier.
- J'aimerais vous oublier.
- Je veux vous oublier.

- Ik wil haar vergeten.
- Ik wil hem vergeten.

Tom n'a jamais pu oublier l'horreur de la guerre.

Tom kon nooit de verschrikking van de oorlog vergeten.

Elle parle l'allemand et le français, sans oublier l'anglais.

Ze spreekt Duits en Frans, en daarbij ook nog Engels.

- N'oublie pas !
- N'oubliez pas !
- Il ne faut pas oublier.

Vergeet het niet!

Merci de ne pas oublier de tirer la chasse.

Vergeet niet op te ruimen.

Quoi qu'il puisse arriver, tu ne dois pas oublier de sourire.

Wat er ook moge gebeuren, je moet niet vergeten te glimlachen.

Nous lisons pour nous perdre, pour oublier les temps durs que nous traversons

We lezen om te ontsnappen, de zware tijden in het leven te vergeten,

Ce beau paysage autour de moi m'aidera à oublier la cruauté des gens.

Dit mooie landschap rondom zal mij helpen de wreedheden van de mensen te vergeten.

- Il l'a noté pour ne pas l'oublier.
- Il l'a écrit pour ne pas l'oublier.
- Il le nota pour ne pas oublier.

- Hij heeft het genoteerd om het niet te vergeten.
- Hij heeft het opgeschreven om het niet te vergeten.