Examples of using "Europe" in a sentence and their dutch translations:
Ik woon in Europa.
Wanneer ging hij naar Europa?
Frankrijk ligt in West-Europa.
Ik ben nog nooit in Europa geweest.
Frankrijk ligt in West-Europa.
- Wanneer ga je naar Europa?
- Wanneer gaat u naar Europa?
- Wanneer gaan jullie naar Europa?
Italië ligt in Europa.
Frankrijk ligt in West-Europa.
In Europa beginnen de scholen in september.
Ik ben nog nooit in Europa geweest.
Ik ben nog nooit in Europa geweest.
Dat hebben we niet in Europa.
Frankrijk ligt in West-Europa.
Netflix is nu beschikbaar in Europa.
Duitsland ligt in Midden-Europa.
Ik ben nog nooit in Europa geweest.
Voor de oorlog ging ik naar Europa.
Dit hebben we niet in Europa.
Frankrijk ligt in West-Europa.
Ik leerde Frans voordat ik naar Europa ging.
Ik wil ergens naartoe gaan in Europa.
Zwitserland ligt in Centraal-Europa.
De Elbroes is de hoogste berg van Europa.
De oorlog in Europa werd naar Afrika overgezet.
Hoeveel keer ben je in Europa geweest?
De Elbroes is de hoogste berg van Europa.
Je bent in Europa!
Geen stad in Europa is zo dichtbevolkt als Tokio.
Hoeveel talen zijn er in Europa?
Hoeveel mensen zijn er in Europa?
Ik heb besloten niet naar Europa te gaan.
Ik ben van plan om volgende week naar Europa te vertrekken.
Veel studenten gaan naar Europa om muziek te studeren.
Rome is een van de oudste steden van Europa.
Ik heb er bezwaar tegen dat je alleen naar Europa gaat.
Je bent nog nooit in Europa geweest, toch?
Mijn plan voor de zomer is naar Europa te reizen.
Je bent nog nooit in Europa geweest, toch?
Sommige Europese landen behoren niet tot de Europese Unie.
- Zijn er in Europa veel mensen die zelfs nu in geesten geloven?
- Zijn er in Europa veel mensen die nog in spoken geloven?
Hamburg is de grootste haven van Duitsland en de derde grootste haven van Europa.
Voordat hij naar Oost-Europa vertrok, kende Tom al minstens twee Slavische talen.
hij al snel een van de grote kunstcollecties in Europa vergaarde, ter waarde van naar schatting 1,5 miljoen
Het merendeel van de mensen die met een vork eten, woont in Europa, Noord-Amerika en Latijns-Amerika; mensen die met stokjes eten, wonen in Afrika, het Nabije Oosten, Indonesië en India.