Examples of using "Dollars" in a sentence and their dutch translations:
Hier is $10,00.
7 dollar, alstublieft.
Veertig dollar voor zeven dagen.
- Tom heeft mij dertig dollar gegeven.
- Tom gaf me dertig dollar.
Hij had vijftig dollar.
Ik geef je vijf dollar.
Ik heb maar drie dollar uitgegeven.
Ik heb het voor tien dollar verkocht.
Ik heb het gekocht voor tien dollar.
Ik heb $200 aan belastingen betaald.
Dit boek kost 4 dollar
Het boek kost vijf dollar.
We hebben maar twee dollar.
7 dollar, alstublieft.
Wortels kosten drie dollar.
Nick is mij tien dollar verschuldigd.
Ik ben je tien dollar schuldig.
7 dollar, alstublieft.
Ik geef je vijf dollar.
Dit hemd kost tien dollar.
- Hoeveel is dat in dollar?
- Hoeveel is dat in dollars?
Ik ben hem 10 dollar schuldig.
Ik geef je vijf dollar.
Het kostte me tien dollar.
Het zal ongeveer dertig dollar kosten.
Ik heb $200 aan belastingen betaald.
Ik betaalde hem vijf dollar.
We schatten de schade op duizend dollar.
- Het kostte ongeveer twintig dollar.
- Het was ongeveer twintig dollar.
Ze verdient 30 dollar per dag.
Ik heb maar drie dollar uitgegeven.
Ik heb het gekocht voor twaalf dollar.
Dat zal op zijn minst vijf dollar kosten.
Dit kostte minder dan vijftien dollar.
Ik heb ongeveer vijftig dollar betaald.
Hij verdient twintig dollar per dag.
Ik heb het voor tien dollar verkocht.
Deze hoed kostte tien dollar.
Ze zijn ieder dertig dollar waard.
Ik betaalde hem vijf dollar.
Ik heb het gekocht voor tien dollar.
en miljarden aan dollars.
Ik heb iets meer dan vijf dollar.
De rekening bedroeg 100 dollar.
Henry heeft niet meer dan zes dollar.
Ik heb het boek gekocht voor tien dollar.
We schatten de schade op duizend dollar.
Ik heb tien dollar uitgegeven aan een boek.
Ik kocht een fototoestel voor dertig dollar.
Dat is dan zeven dollar, alstublieft.
meer dan 40 miljard dollar per jaar bedragen,
slechts 146 miljoen dollar.
Onze totale schuld bedraagt tienduizend dollar.
Maria betaalde haar lunch met vijf dollar.
Ik leg iedere maand 10 dollar opzij.
Hij spaart tien dollar per week.
Ik wed om vijf dollar dat hij niet komt.
Ik kocht het voor ongeveer twaalf dollar.
Ik heb hem 500 dollar geleend zonder rente.