Examples of using "D'ouvrir" in a sentence and their dutch translations:
Hij probeerde de deur to openen.
Hij vroeg me de deur open te doen.
Hij vroeg me de deur open te doen.
Ik kan deze doos niet open krijgen.
Je hebt net de doos van Pandora geopend.
- Kun je het raam opendoen?
- Kun je het venster openen?
Ik vroeg Tom het raam te openen.
Hij doet het raam open.
- Hij doet het raam open.
- Hij doet het venster open.
- Hij zet het raam open.
Ik moest de brief niet openen. Ik wist heel precies wat erin stond.
Ik moest de brief niet openen. Ik wist heel precies wat erin stond.
Ze vroeg mij het venster te openen.
- Ik hoorde dat er onlangs een suikerspinwinkel geopend werd. Laten we gaan, jongens.
- Ik heb gehoord dat er een suikerspinzaak net geopend werd. Laten we gaan jongens.