Examples of using "Crue" in a sentence and their dutch translations:
Ik hou van rauw voedsel.
Ik geloofde u.
De brug was weggespoeld door de overstroming.
Ik geloofde u.
- Ik geloofde je.
- Ik geloofde u.
- Ik geloofde jullie.
Niemand geloofde mij.
Ze geloofden me niet.
Meerdere huizen zijn geïsoleerd door de overstroming.
Ik geloofde u.