Examples of using "Crus" in a sentence and their dutch translations:
Tom haat rauwe uien.
Het is mogelijk groene bonen rauw te eten.
Tom weet dat Maria geen rauwe eieren lust.
We kregen een rode wijn van de allerbeste soort ingeschonken.
Ik geloofde u.
- Ik geloofde je.
- Ik geloofde u.
- Ik geloofde jullie.