Translation of "Blâmer" in Dutch

- Personne ne va te blâmer.
- Personne ne va vous blâmer.

Niemand zal het u kwalijk nemen.

-- surtout blâmer les autres --

-- dat vooral --

Personne ne va te blâmer.

Niemand zal het je kwalijk nemen.

Personne ne va vous blâmer.

Niemand zal het u kwalijk nemen.

Et nous devons cesser de blâmer les autres,

en we moeten stoppen anderen de schuld te geven

Mais, si le développement cérébral est à blâmer,

Maar als het de schuld is van het ouder wordende brein,

Ou tant que nous continuerons à blâmer les autres lorsque nous sommes malheureux,

of zolang we hen de schuld geven van onze ellende,

- Tu ne peux pas la blâmer d'ignorer ce qu'on ne lui a pas enseigné.
- Vous ne pouvez pas la blâmer d'ignorer ce qui ne lui a pas été enseigné.

- Ge kunt haar niet verwijten dat ze niet weet wat haar niet geleerd is.
- Je kunt haar niet verwijten dat ze niet weet wat haar niet geleerd is.

Vous ne pouvez pas la blâmer d'ignorer ce qui ne lui a pas été enseigné.

Je kunt haar niet verwijten dat ze niet weet wat haar niet geleerd is.