Translation of "Devons" in Dutch

0.011 sec.

Examples of using "Devons" in a sentence and their dutch translations:

Nous devons changer.

We moeten veranderen.

Nous devons épargner.

- Wij moeten bezuinigen.
- Wij moeten besparen.

Nous devons partir.

We moeten gaan.

Nous devons l'informer.

We moeten hem op de hoogte brengen.

Nous devons l'attendre.

We moeten op hem wachten.

Nous devons ralentir.

We moeten langzamer gaan.

Nous devons aider.

We moeten helpen.

- Nous devons respecter les règles.
- Nous devons observer les règles.
- Nous devons suivre les règles.

We moeten de regels volgen.

- Nous devons observer les règles.
- Nous devons suivre les règles.

- We moeten de regels volgen.
- We moeten de regels in acht nemen.

- Nous devons commencer immédiatement.
- Nous devons commencer tout de suite.

We moeten meteen beginnen.

- Nous devons toujours être prêts.
- Nous devons toujours être prêtes.

Wij moeten altijd klaar zijn.

- Nous devons y aller.
- Nous devons partir.
- Il nous faut y aller.
- Nous devons nous en aller.

We moeten gaan.

Que nous devons soulever :

één waarover we meer moeten spreken:

Que devons-nous faire ?

Dus wat moeten we doen?

Et nous devons admettre

en we moeten erkennen

Nous devons travailler ensemble,

We moeten samenwerken,

Devons-nous juste l'accepter ?

Of is het gewoon iets waarmee we moeten leven?

« Nous devons nous organiser.

"We moeten van alles regelen.

Nous devons commencer immédiatement.

We moeten meteen beginnen.

Nous devons partir tôt.

We moeten vroeg vertrekken.

- Retournons !
- Nous devons revenir.

Laten we teruggaan.

Nous devons aider Tom.

Wij moeten Tom helpen.

Nous devons le faire !

We moeten het doen!

Nous devons nous asseoir.

We moeten gaan zitten.

Nous devons les informer.

We moeten hen op de hoogte brengen.

Nous devons tous mourir.

We moeten allen sterven.

Nous devons nous échapper.

We moeten ontsnappen.

Nous devons nous réveiller.

We moeten wakker worden.

Pourquoi devons-nous attendre ?

Waarom moeten wij wachten?

Nous devons le prévenir.

We moeten hem waarschuwen.

Nous devons les avertir.

We moeten ze waarschuwen.

Nous devons nous concentrer.

We moeten ons concentreren.

Nous devons aller loin.

We moeten gaan.

Nous devons beaucoup d'argent.

- We hebben veel geld.
- We hebben een hoop geld.

Nous devons payer l'impôt.

We moeten de belasting betalen.

- Nous devons suivre les règles.
- Nous devons nous plier aux règles.

We moeten de regels volgen.

- Premièrement, nous devons retrouver notre fille.
- Premièrement, nous devons recouvrer notre fille.

Eerst moeten we onze dochter terugvinden.

L'histoire que nous devons raconter

Het verhaal dat wij moeten vertellen

Nous devons nous en soucier,

Dus moeten we er om geven,

Clairement, nous devons chercher davantage.

Zonder twijfel moeten we meer uitgeven voor het zoeken.

Nous devons comprendre une chose :

Dit moeten we goed begrijpen.

Nous devons connaître la vérité.

moeten we de waarheid weten.

Nous devons dépasser cette difficulté.

We moeten die moeilijkheid overwinnen.

Nous devons arroser la fleur.

We moeten de bloem water geven.

Nous devons étudier la question.

We moeten het probleem bestuderen.

Nous devons garder notre calme.

We moeten rustig blijven.

Alors, où devons-nous commencer ?

Dus, waar zullen we beginnen?

Nous devons suivre la réglementation.

We moeten de regels in acht nemen.

Nous devons suivre les règles.

We moeten de regels volgen.

Nous devons respecter la loi.

We moeten de wet gehoorzamen.

Nous devons nettoyer la cuisine.

We moeten de keuken schoonmaken.

Nous devons changer notre plan.

We moeten ons plan veranderen.

Nous devons détruire les preuves.

We moeten de bewijzen vernietigen.

Nous devons prendre les escaliers.

- We moeten de trap nemen.
- We moeten met de trap.

Nous devons arroser les fleurs.

We moeten de bloemen water geven.

Nous devons savoir. Nous saurons.

Wij moeten weten. Wij zullen weten.

Aujourd'hui nous devons dormir dehors.

Vandaag moeten we buiten slapen.

Nous devons prendre ce bus.

We moeten die bus nemen.

Nous devons parler en privé.

We moeten onder vier ogen praten.

Nous devons défendre nos droits.

We moeten voor onze rechten opkomen.

Nous devons respecter les règles.

We moeten de regels volgen.

Nous devons aller à l'école.

Wij moeten naar school gaan.

Nous devons détruire cette bande.

We moeten deze tape vernietigen.

Nous devons garder ceci secret.

We moeten dat geheim houden.

Nous devons faire plus qu'hier.

We moeten meer doen dan gisteren.

Nous devons faire les courses.

We moeten inkopen gaan doen.

Nous devons le faire aujourd'hui.

We moeten het vandaag doen.

Nous devons renforcer le toit.

We moeten het dak versterken.