Examples of using "Armé" in a sentence and their dutch translations:
Tom was gewapend.
Tom is ongewapend.
Had Tom een wapen?
Hij is tot de tanden gewapend.
Ik ben nu niet gewapend.
Ik ben gewapend.
Hij was gekleed in een eenvoudig reispak, gewapend met een sabel en gewikkeld in een brede groene jas; een zwarte veer, bevestigd aan zijn hoed door middel van een diamanten lus, viel terug op zijn edele gezicht en zwaaide op zijn hoge voorhoofd, beschaduwd door lange bruine haren; zijn met modder besmeurde laarzen en sporen kondigden aan dat hij een heel eind was gekomen.