Translation of "D’un" in Dutch

0.013 sec.

Examples of using "D’un" in a sentence and their dutch translations:

C’est l’opinion d’un dilettante.

Dat is de mening van een leek.

J’ai besoin d’un nouveau départ.

Ik heb een frisse start nodig.

C’est un ami d’un ami.

Hij is de vriend van een vriend.

J’ai envie d’un massage. J'ai besoin de me détendre.

Ik wil een massage. Ik moet ontspannen.

- J'ai un couteau aiguisé.
- Je dispose d’un couteau affûté.

Ik heb een scherp mes.

Mon oncle est mort hier d’un cancer à l’estomac.

Mijn oom is gisteren overleden aan maagkanker.

Chaque année, plus de 20 000 américains sont victimes d’un assassinat.

Ieder jaar zijn er meer dan twintigduizend inwoners van de VS het slachtoffer van moord.

Dès lors, elles ne réalisent pas qu’elles ont les compétences d’un leader,

Dus is het voor hen moeilijk te beseffen dat ze leiderschapsvaardigheden hebben.

Si tu ne connais pas le sens d’un mot, cherche-le dans un dictionnaire.

Als je niet weet wat een woord betekent, zoek het dan op in een woordenboek.

Il était vêtu d’un simple habit de voyage, armé d’un sabre et enveloppé d’un large manteau vert ; une plume noire, attachée à son chapeau par une boucle de diamants, retombait sur sa noble figure et se balançait sur son front élevé, ombragé de longs cheveux châtains ; ses bottines et ses éperons, souillés de boue, annonçaient qu’il venait de loin.

Hij was gekleed in een eenvoudig reispak, gewapend met een sabel en gewikkeld in een brede groene jas; een zwarte veer, bevestigd aan zijn hoed door middel van een diamanten lus, viel terug op zijn edele gezicht en zwaaide op zijn hoge voorhoofd, beschaduwd door lange bruine haren; zijn met modder besmeurde laarzen en sporen kondigden aan dat hij een heel eind was gekomen.

- Mon oncle est mort d'un cancer de l'estomac, hier.
- Mon oncle est mort hier d’un cancer à l’estomac.

Mijn oom is gisteren overleden aan maagkanker.

Dans la pièce, vissés au sol, sont disposés des lits sur lesquels sont assis ou allongés des gens habillés d’une blouse bleue d’hôpital et d’un bonnet à l’ancienne. Ce sont les fous.

In de kamer staan bedden, vastgeschroefd aan de vloer. Daarop zitten en liggen mensen in blauwe ziekenhuiskleding en net als vroeger met mutsjes op. Dat zijn de gekken.