Examples of using "Youth" in a sentence and their dutch translations:
- De jongen zweeg.
- De jeugd was stil.
Ik bracht mijn jeugd daar door.
Je moet rekening houden met zijn jeugd.
Je bent maar eenmaal jong.
Hij maakte misbruik van mijn jeugd.
- Hij bewaart zijn jeugdigheid door te joggen.
- Hij blijft jong door te joggen.
- Ze is gewoon jaloers op je jeugdigheid.
- Ze benijdt alleen je jeugdigheid maar.
Hij werd van zijn jeugd beroofd.
Geniet van je jeugd zolang die duurt.
De jeugd wordt verspild aan de jongeren.
Tom heeft het graag over zijn jeugd.
- Is er een jeugdherberg hier in de omgeving?
- Is er hier een jeugdherberg in de buurt?
Hij beging vele zonden in zijn jeugd.
Spijtig genoeg is de dichter jong gestorven.
- De jeugd in ons land heeft geen interesse in de politiek.
- De jeugd van ons land interesseert zich niet voor politiek.
- De jeugd van ons land is niet geïnteresseerd in politiek.
De jeugd van ons land interesseert zich niet voor politiek.
Tom werd in zijn jeugd als een wonderkind beschouwd.
Mijn moeder was heel mooi toen ze jong was.
De jeugd in ons land heeft geen interesse in de politiek.
Niet iedereen kan zijn jeugddromen verwezenlijken.
"Minecraft aangewend als ondersteunende technologie voor autistische jongeren."
- Kracht komt van binnen.
- Energie komt van binnen.
De jeugd van ons land interesseert zich niet voor politiek.
In ons land is de jeugd niet geïnteresseerd in politiek.
In de loop van ons gesprek verwees hij naar zijn jeugd.
Hij heeft veel moeilijkheden meegemaakt in zijn jeugd.
Men zegt dat Mary in haar jeugd een geweldige zangeres was.
Verslaving is een van de problemen van de jeugd van deze tijd.
Toen hij jong was, was hij een harde werker.
Deze jongeman stamt af van een Russische prins.
...en ik zie mezelf in mijn jeugd die nu voorbij is. Mijn partner is een toevlucht als ik spanning heb en andersom.
De eminente en gezaghebbende posities in het Amerikaans Congres worden toegekend op basis van het aantal dienstjaren, ongeacht de kwaliteit. Oppervlakkige waarnemers hebben de Verenigde Staten lang bekritiseerd voor hun fetisjisme van de jeugd. Dit is oneerlijk. Het is uniek onder de moderne organen van het openbaar en particulier bestuur dat de nationale wetgever seniliteit beloont.
Regelgevende instanties, met inbegrip van de mensen waaruit zij bestaan, hebben een onmiskenbare levenscyclus. In hun jeugdjaren zijn ze energiek, agressief, evangelisch en zelfs intolerant. Later worden ze milder en op latere leeftijd - na een jaar of tien, vijftien - worden ze, op enkele uitzonderingen na, ofwel een tak van de industrie die ze reguleren ofwel seniel.
In onze jeugd kunnen we elk uur van de dag volstrekt nieuwe, subjectieve of objectieve ervaringen beleven. Ons begripsvermogen is levendig, ons geheugen is scherp en onze herinneringen aan die tijd zijn, net als die aan een tijd van snelle en interessante reizen, ingewikkeld, veelvoudig en langdradig. Maar naarmate elk voorbijgaand jaar een deel van deze ervaring omzet in een automatische routine die we nauwelijks nog opmerken, vervagen de dagen en de weken in de herinnering tot een inhoudsloze eenheid en worden de jaren hol en storten ze ineen.