Translation of "Wig" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Wig" in a sentence and their dutch translations:

- Tom is wearing a wig.
- Tom wears a wig.

Tom draagt een pruik.

His wig is skew.

- Zijn pruik staat scheef.
- Hij is gehumeurd.

Is that a wig?

Is dat een pruik?

Tom wears a wig.

Tom draagt een pruik.

It looks like a wig.

Het lijkt op een pruik.

Don't tell anybody else, but director Tanaka wears a wig.

- Even onder ons, ik hoor dat afdelingsleider Tanaka eigenlijk een pruik draagt.
- Even onder ons, ik hoor dat afdelingsleider Tanaka eigenlijk een toupetje draagt.

It'll take you a few weeks to get used to wearing a wig.

Het zal een paar weken duren om gewend te raken aan het dragen van een pruik.

With his colored clothes, his long wig and his white gloves, one could guess he has run away from some kind of Disneyland.

Met zijn kleurrijke kleding, zijn lange pruik en zijn witte handschoenen zou men kunnen afleiden dat hij uit een soort Disneyland is weggelopen.