Examples of using "Anybody" in a sentence and their dutch translations:
Is er iemand thuis?
Is hier iemand?
Is er iemand in het huis?
Is hier iemand?
Iemand gewond?
Iedereen mag deelnemen.
- Werd er iemand vermoord?
- Werd er iemand gedood?
Vertel het aan niemand!
Is hier iemand?
Iedereen weet dat.
Is er iemand gekomen?
Wie dan ook.
Heeft iemand gebeld?
Ze bezocht niemand.
Kan iemand anders antwoorden?
Wil iemand meerijden?
Ik heb niemand.
- Vraagt u het eender wie.
- Vraag maar aan wie dan ook.
- Ik heb niemand gezien.
- Ik zag niemand.
Wil iemand een biertje?
Ruikt er iemand rook?
Niet doorvertellen.
Er is niemand hier.
Herkent iemand dit?
Je kunt niemand vertrouwen.
Kent iemand hem?
Is er iemand gewond?
- Iedereen kan dat doen.
- Om het even wie kan dat doen.
Niemand wordt gelukkig van oorlog.
Wil iemand een pizza?
Heeft iemand een potlood?
Ik ben voor niemand bang.
Ik verstop me voor niemand.
Tom heeft nooit iemand nodig gehad.
Waarom zou iemand me kussen?
Geef dat aan niemand.
Waarom helpt niemand je?
Niemand is iemand iets schuldig.
Ik heb nog nooit iemand zien sterven.
Ik wil helemaal niemand.
Ik zal het nooit aan iemand vertellen.
Het overkomt iedereen wel.
Vertel niemand over ons plan.
Is er iemand in het huis?
Heeft iemand hier een kurkentrekker?
Is er iemand gewond?
Vertel het aan niemand hoor.
Is er iemand gekomen?
Vertel alsjeblieft niemand hierover.
Ik heb niemand behalve haar.
Kan het iemand iets schelen?
Luisterde er iemand?
Deze beslissing zal niemand gelukkig maken.
Is daar iemand?
Hij heeft geen medelijden, met niemand.
Niet doorvertellen dat ik het weet.
Is er iemand gekomen?
Heeft iemand gebeld?
Tom is bang voor niemand.
Is daar iemand?
Iedereen kan dat doen.
Ik wil niet dat iemand gewond raakt.
Is daar iemand?
Ik vraag me af of iemand ons kan helpen.
Vandaag wil ik niemand zien.
- Ik ken niemand hier behalve Tom.
- Ik ken hier niemand behalve Tom.