Examples of using "Used" in a sentence and their dutch translations:
Vroeger was Tom een tweedehands autoverkoper.
Tenzing deed vaak…
Tom gebruikte Mary.
Ik heb het gebruikt.
- Ze was gewoon bier te drinken.
- Hij was gewoon bier te drinken.
- Ik was gewend om bier te drinken.
- Ik dronk gewoonlijk bier.
Ze gebruikte haar woorden.
Tom gebruikte een tandenstoker.
Ik ben eraan gewend.
Waarvoor wordt dit gebruikt?
Ze hebben die tafel gebruikt.
Maria heeft deze tafel gebruikt.
Tom rookte vroeger.
Je tekende.
Ik rookte vroeger.
Zij gebruikten deze tafel.
Hij gebruikte het woordenboek.
Tom gebruikte het woordenboek.
Tom gebruikte Maria's telefoon.
- Waarvoor dient dit?
- Waarvoor wordt dit gebruikt?
Tom heeft een tweedehandswagen gekocht.
Ik ben eraan gewend en je zult er ook aan wennen.
Ik ben eraan gewend.
We werkten voor hen.
Ik ben het gewend om alleen te wonen.
- Ik was gewend om bier te drinken.
- Ik dronk gewoonlijk bier.
Ik word eraan gewoon.
Ze heeft vroeger basketbal gespeeld.
- Ik ben gewend aan het lawaai.
- Ik ben het lawaai gewend.
Ze was altijd ijverig.
John verkocht vroeger boeken.
Tom was ooit rijk.
Tom was eens gezond.
Tom was agressief.
Soldaten zijn aan gevaar gewend.
- Ze was gewoon bier te drinken.
- Zij was gewend om bier te drinken.
Tom schreef vroeger liedjes.
Tom is het gewend om te winnen.
We waren ooit buren.
Benzine wordt gebruikt als brandstof.
Hij was gewoon bier te drinken.
Ik was verlegen.
Maria was verwend.
Tom verachtte Mary vroeger.
Ik speelde golf.
Ik hield van haar.
- Je went er wel aan.
- Je raakt eraan gewend.
Ik ben eraan gewend om een vrachtwagen te besturen.
Ik ben het gewend om vroeg op te staan.
Ik woonde vroeger in de buurt van Tom.
- Ik heb mijn tijd niet zo slim besteed.
- Ik heb mijn tijd onhandig besteed.
Hij gebruikte extreem simpele taal...
...als toen ik aantrad.
In die tijd gebruikten we...
Sommige gifstoffen zijn nuttig, als ze juist gebruikt worden.
Zij is eraan gewend alleen te leven.
Het Engels wordt door veel mensen gebruikt.
IJsland behoorde vroeger toe aan Denemarken.
Op deze plek wordt Japanse valuta uitgebreid gebruikt.
Tom heeft al zijn kogels verbruikt.
Ik ben het gewend om de hele nacht door te werken.
Tom was onze klusjesman.
Ik was gewoon van trombone te spelen.
Bob raakte aan zwaar werk gewend.
Dat is wat we gewend zijn.
Hij stond gewoonlijk vroeg op.
- Ze stond voor de klas.
- Ze was docent.
Ze gebruikte margarine in plaats van boter.