Translation of "Robbery" in Dutch

She has security against robbery,

heeft ze beveiliging tegen diefstal,

- Hands up! This is a robbery.
- Stick 'em up! This is a robbery!

Handen omhoog! Dit is een overval.

The boy is capable of robbery.

De jongen is in staat tot diefstal.

Murder and robbery are criminal acts.

Moord en diefstal zijn criminele daden.

Tom talked to Mary about the robbery.

- Tom sprak met Mary over de overval.
- Tom sprak met Mary over de diefstal.

I want it to look like a robbery.

Ik wil dat het er als een inbraak uitziet.

The thieves pulled off an audacious robbery in broad daylight.

De dieven hebben een stoutmoedige diefstal gepleegd bij daglicht.

Tom is suspected of being involved in the bank robbery.

Tom wordt ervan verdacht bij de bankoverval betrokken te zijn.

Tom's involvement in the bank robbery is yet to be established.

Of Tom betrokken was bij de bankoverval moet nog vastgesteld worden.