Examples of using "Stick" in a sentence and their dutch translations:
Blijf erbij!
- Schoenmaker, blijf bij uw leest.
- Schoenmaker, houd u bij uw leest.
Gebruik een gewone tak.
- Steek je tong uit.
- Steek je tong uit!
Ik blijf bij haar.
Zet hem in de grond.
- Schoenmaker, blijf bij je leest.
- Schoenmaker, blijf bij uw leest.
- Schoenmaker, houd u bij uw leest.
- Schoenmaker, blijf bij uw leest.
- Schoenmaker, houd u bij uw leest.
We koken met een stok.
Breek hem hier.
Kleef een extra postzegel op de omslag.
Ik kan niet zonder stok lopen.
Roer de verf om met een stokje.
Je hebt een lege USB-stick nodig.
- Bemoei je met je eigen zaken.
- Steek je neus niet in andermans zaken.
- Dat gaat je niks aan.
- Bemoei je niet met andermans zaken!
Hij wandelde met een stok in de hand.
Gelukt. Maar hij kan nu maar beter gaan.
Schoenmaker, blijf bij uw leest.
Plak dit etiket op uw bagage.
Schoenmaker, blijf bij uw leest.
Tom bukte om een stok op te pakken.
En de grammatica begint ook bij te blijven.
dat je onbenullige taal er niet aan blijft plakken.
Blijven we bij ons plan van de wrakstukken?
Steek je hand niet uit het raam.
Steek uw neus niet in andermans zaken.
U blijft bij mij.
Dat was slim om hem vast te pinnen met de staaf.
Sluit een paar vriendschappen en blijf erbij.
Ik kan deze stok bijna als een schild gebruiken.
Dat kan op twee manieren. Met de stok.
We hebben de stok, we pinnen hem vast.
Blijven we het wrak volgen in die richting...
zul je merken dat de woorden je beginnen bij te blijven.
We gooien er een gloeistaaf in en kijken waar die heen gaat.
Als je beschaving zoekt, volg dan de rivier.
We hebben de stok, we pinnen hem vast. Hebbes.
Handen omhoog! Dit is een overval.
Ik ben vergeten de postzegel op de brief te plakken voor ik hem verstuurde.
en dat zorgt ervoor dat dat woord bij je blijft hangen.
Kijk, een lange rechte stengel zoals deze. Kom met me mee.
We hebben de stok, we pinnen hem vast. Hebbes.
Goed werk. Goed gedaan. Dat was slim om hem vast te pinnen met de staaf.
Dit is een overval! Geef al het geld dat je hebt of je gaat eraan!
- Oma strooide bloem op de deegrol, zodat het deeg er niet zou aankleven.
- Oma besprenkelde bloem op de deegroller zodat het deeg er niet aan zou kleven.
Dus je wilt verder richting de tocht? Oké, kom op, blijf bij me.
Dus je wilt dat ik de stok gebruik om zijn kop vast te pinnen?
Wat doen we? Blijven het wrak volgen in die richting...
Dat kan op twee manieren. Met de stok. Daarmee pinnen we zijn kop vast.
Dat kan op twee manieren. Met de stok. Daarmee pinnen we zijn kop vast.
Blijven we bij ons plan van de wrakstukken? Of proberen we eerst ons water bij te vullen?