Examples of using "Quietly" in a sentence and their dutch translations:
Spreek zachtjes.
Beweeg je in stilte.
Hij liep rustig.
Ze hebben zachtjes gelachen.
We hebben daar rustig gewacht.
Spreek zachtjes.
Praat een beetje zachter.
Spreek zachtjes.
Een opgroeiend kind kan onmogelijk een uur stil blijven zitten.
Wij praatten zachtjes zodat de baby niet wakker zou worden.
Tom en Mary glipten stilletjes de kamer uit.
en hij is nog steeds even briljant en moreel georiƫnteerd als ooit.
Het miezerde.
Spreek zachtjes.
Wat gaan we doen? SJ: We gaan hier rustig zitten.
Wij praatten zachtjes zodat de baby niet wakker zou worden.