Examples of using "Waited" in a sentence and their dutch translations:
Iedereen wachtte.
Ik wachtte en wachtte.
Tom wachtte nerveus.
Iedereen wachtte.
We wachtten.
Tom wachtte.
Ze wachtten.
- Ik wachtte.
- Ik heb gewacht.
- Jullie wachtten.
- Jullie waren aan het wachten.
Sami wachtte.
Maria wachtte.
Hij wachtte.
Zij wachtte.
Ik zou hebben gewacht.
Ik heb gewaakt.
Tom wachtte binnen.
Sami wachtte daar.
- Ik wachtte drie uur.
- Ik heb drie uur gewacht.
Ze wachtte geduldig op hem.
- Ik heb een tijdje gewacht.
- Ik wachtte een tijdje.
We hebben daar rustig gewacht.
We hebben tien minuten gewacht.
Hij wachtte zijn beurt af.
Ik had langer kunnen wachten, denk ik.
Ik heb tien minuten lang gewacht.
Ik heb gewacht.
Ze wachtte geduldig op hem.
Tom wachtte tot half drie.
We hebben daar de hele nacht gewacht.
Sami heeft de hele nacht gewacht.
We wachtten tot half drie.
Ik heb meer dan drie uur gewacht.
Ik heb de hele dag op Tom gewacht.
Ik heb een uur op hem gewacht.
Hij duwde op de knop en wachtte.
Ik heb tot de laatste minuut gewacht.
Ze heeft uren op hem gewacht.
Ik hield de adem in en wachtte.
Tom hield zijn adem in en wachtte.
We hebben gewacht, maar hij is niet gekomen.
Ik heb meer dan twee uur gewacht.
- Een mooie kelnerin bediende ons.
- Een mooie serveerster bediende ons.
- Ik denk dat ik te lang gewacht heb.
- Ik denk dat ik te lang heb gewacht.
Tom wachtte tot Mary wegging.
Tom wachtte tot Mary begon.
We wachtten urenlang.
Hij wachtte op hem tot tien uur.
Jamal heeft de hele namiddag op je gewacht.
Sami wachtte op de parkeerplaats.
Sami heeft tot de volgende dag gewacht.
Tom wachtte in de rij met Maria.
Ik heb al bijna een half uur gewacht.
Ik heb lang op haar gewacht.
We hebben de hele dag op je gewacht.
Haar vrienden wachtten op haar bij de poort.
We stonden voor de deur en wachtten.
Angstig wachtte hij op zijn zoon.
Ik heb lang op haar gewacht.
Tom heeft een goed uur op Maria gewacht.
Ik heb een uur op haar gewacht.