Translation of "Softly" in Dutch

Speak softly.

Spreek zachtjes.

- Speak quietly.
- Speak softly.

Spreek zachtjes.

Speaking softly of their dreams,

terwijl ze zachtjes praatten over hun dromen,

[softly] Pretty cool to see.

Best gaaf om te zien.

[softly] Good decision on the fire.

Goede beslissing, over het vuur.

[softly] Oh man, look. These all just smashed...

O, kijk. Ze zijn allemaal kapot...

- Keep your voice down.
- Speak quietly.
- Speak softly.

Spreek zachtjes.

Okay, let's go gather some more ferns. [softly] Wow.

Laten we nog wat dennentakken zoeken.

In the distance I hear the sound of softly murmuring roads.

In de verte hoor ik het geluid van zacht ruisende wegen.

- Keep your voice down.
- Keep your voice down!
- Speak quietly.
- Speak softly.

Spreek zachtjes.

Okay, so you want me to dig to try and get the tarantula out? [whistles softly] Here we go.

Oké, dus je wilt dat ik de tarantula probeer uit te graven? Daar gaan we.