Examples of using "Pin" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben mijn pincode vergeten!
Ik ben mijn pincode vergeten!
Ik ben mijn pincode vergeten!
Ik ben mijn pincode vergeten!
Het is zo stil, dat je een naald kan horen vallen.
Daarmee pinnen we zijn kop vast.
Daarmee pinnen we zijn kop vast.
Spring. Pak hem. En pin hem aan de bodem.
We hebben de stok, we pinnen hem vast.
Ik maak een simpele haak... ...van deze veiligheidsspeld.
We hebben de stok, we pinnen hem vast. Hebbes.
Nadat Tom vier keer een verkeerde pincode had ingegeven, slikte de geldautomaat zijn kaart in.
Pakken we hem bij de staart of pinnen we zijn kop vast?
Pakken we hem bij de staart of pinnen we zijn kop vast?
Pakken we hem bij de staart of pinnen we zijn kop vast?
We hebben de stok, we pinnen hem vast. Hebbes.
- Oma strooide bloem op de deegrol, zodat het deeg er niet zou aankleven.
- Oma besprenkelde bloem op de deegroller zodat het deeg er niet aan zou kleven.
Dus je wilt dat ik de stok gebruik om zijn kop vast te pinnen?
Daarmee pinnen we zijn kop vast. Onthoud dat de kop altijd het gevaarlijkst is.
Dat kan op twee manieren. Met de stok. Daarmee pinnen we zijn kop vast.
Dat kan op twee manieren. Met de stok. Daarmee pinnen we zijn kop vast.
De afdeling Forensische Opsporing probeert de oorzaak van de brand van vandaag vast te stellen.