Translation of "Halloween" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Halloween" in a sentence and their dutch translations:

Happy Halloween!

Vrolijk Halloween!

Tom hates Halloween.

Tom haat Halloween.

When is Halloween?

Wanneer is het Halloween?

I hate Halloween.

Ik haat Halloween.

Children love Halloween.

Kinderen houden van Halloween.

I love Halloween.

Ik hou van Halloween.

- Wishing you a Halloween filled with fun.
- Happy Halloween!

Vrolijk Halloween!

Halloween in Anchorage, Alaska.

Halloween in Anchorage, Alaska.

It happened on Halloween night.

Het gebeurde op halloweenavond.

He dressed as a fireman for Halloween.

Met Halloween verkleedde hij zich als brandweerman.

Tom dressed as an alien for Halloween.

Tom verkleedde zich voor Halloween als een buitenaards wezen.

Halloween is the time of witches and ghosts.

Halloween is de tijd van heksen en geesten.

Layla dressed as a ninja assassin for Halloween.

Layla verkleedde zich als een ninja moordenaar voor Halloween.

Layla dressed as a zombie ballerina on Halloween.

Layla kleedde zich als een zombie ballerina met Halloween.

Tom and Mary met at a Halloween party.

Tom en Maria leerden elkaar kennen op een Halloweenfeest.

We're going to invite Tom and Mary to our Halloween party.

We gaan Tom en Mary uitnodigen voor ons Halloweenfeestje.