Translation of "Night" in Dutch

0.015 sec.

Examples of using "Night" in a sentence and their dutch translations:

- Good night!
- Goodnight!
- Good night.

- Goedenacht.
- Slaap wel.
- Goedenacht!

- Good night, everyone!
- Good night, everybody!

Slaapwel iedereen!

- Good night, Tom.
- Good night, Tom!

- Goedenacht, Tom.
- Goedenacht, Tom!

Until night.

...tot het nacht is.

Night falls.

Het wordt nacht.

Good night.

- Goedenacht.
- Slaap wel.

- Have a great night.
- Good night.
- Goodnight.

- Goedenacht.
- Slaap lekker.

- I worked all night.
- I've worked all night.

Ik heb de hele nacht doorgewerkt.

- What a wonderful night!
- What a beautiful night!

Wat een mooie nacht!

- Good night, Tom.
- Good night, Tom!
- Goodnight, Tom.

- Goedenacht, Tom.
- Goedenacht, Tom!

Did you have a good night last night?

Kon je gister goed slapen?

- She cried throughout the night.
- She wept all the night.
- She wept the entire night.
- She cried all night.

- Ze heeft de hele nacht geweend.
- Ze heeft de hele nacht gehuild.
- Ze huilde de hele nacht.

- She cried throughout the night.
- She wept all the night.
- She cried all night.

- Ze heeft de hele nacht geweend.
- Ze heeft de hele nacht gehuild.
- Ze huilde de hele nacht.

- Tom cried all night.
- Tom cried all night long.
- Tom has been crying all night.
- Tom kept crying all night.

- Tom huilde de hele nacht.
- Tom heeft de hele nacht gehuild.

Night brings relief.

De nacht brengt verlichting.

Day and night.

Dag en nacht.

Good night, Mom.

- Welterusten, mama.
- Goede nacht, mama.

- Good night!
- Goodnight!

- Goede nacht!
- Goedenacht!

What a night!

Wat een nacht!

It was night.

Het was nacht.

Good night, Timmy!

- Welterusten, Timmy.
- Slaapwel, Timmy.

Good night, Tom!

Goedenacht, Tom.

Night was falling.

Het werd donker.

Good night, Dan.

Goedenacht, Dan.

Night came on.

Het werd nacht.

- I cried all night long.
- I cried all night.

- Ik heb de hele nacht geweend.
- Ik heb de hele nacht gehuild.

- Tom cried all night.
- Tom cried all night long.

- Tom weende de hele nacht lang.
- Tom huilde de hele nacht.
- Tom heeft de hele nacht gehuild.

- Tom kept talking all night.
- Tom talked all night.

Tom is de hele nacht blijven praten.

- It's been snowing all night.
- It snowed all night.

Het heeft de hele nacht gesneeuwd.

- Good night, sleep tight.
- Good night and sleep tight!

Goede nacht en slaap lekker!

- She wept the entire night.
- She cried all night.

Ze heeft de hele nacht geweend.

- I'm a night owl.
- I am a night owl.

Ik ben een nachtvogel.

- Last night I puked.
- Last night I threw up.

- Ik heb gisteravond overgegeven.
- Ik heb gisteravond gekotst.

- I sat up all night.
- I stayed up all night.
- I was up all night.

Ik ben de hele nacht opgebleven.

- She attends school at night.
- She goes to night school.

Ze gaat naar avondschool.

- I stayed up all night.
- I was up all night.

- Ik bleef de hele nacht wakker.
- Ik ben de hele nacht opgebleven.

- Tom cried all night.
- Tom has been crying all night.

Tom weende de hele nacht lang.

- It's been a long night.
- It was a long night.

Het was een lange nacht.

- I couldn't sleep all night.
- I lay awake all night.

Ik kon de hele nacht niet slapen.

- I slept well last night.
- I slept comfortably last night.

- Ik heb goed geslapen vannacht.
- Ik heb vannacht goed geslapen.

I worked all night.

Ik heb de hele nacht doorgewerkt.

What happened last night?

Wat is er afgelopen nacht gebeurd?

How about tomorrow night?

Wat dacht je van morgenavond?

It frosted last night.

- Gisteravond heeft het gevroren.
- Gisteravond was het ijskoud.

What a beautiful night!

Wat een mooie nacht!

How was your night?

- Hoe was jouw avond?
- Hoe was uw avond?
- Hoe was jullie avond?

I studied last night.

Ik heb gisternacht gewerkt.

She cried all night.

- Ze heeft de hele nacht gehuild.
- Ze huilde de hele nacht.

They sang all night.

Ze zongen de hele nacht.

At night you sleep.

's Nachts slaap je.

Good night. Sweet dreams.

- Goedenacht. Droom maar lekker.
- Slaapwel. Droom zoet.

They work at night.

Ze werken 's nachts.

I'm here every night.

Ik ben hier elke avond.

The night is dark.

De nacht is donker.

He works all night.

Hij werkt de hele nacht.

Thanks for last night.

Bedankt voor gisteravond.

Tom cried all night.

Tom weende de hele nacht lang.

He works at night.

Hij werkt 's nachts.

I'm a night owl.

Ik ben een nachtvogel.

It was Saturday night.

Het was zaterdagavond.