Examples of using "Front" in a sentence and their dutch translations:
Mijn voortand viel eruit.
We zaten vooraan.
Wat is er voor u?
Laten we elkaar ontmoeten voor het theater.
vooral waar mijn nichtje bij aanwezig is.
terwijl ik daar voor de klas stond.
...dringt naar voren...
- Hij zat tegenover mij.
- Hij zat voor mij.
Van het westelijk front geen nieuws.
Hij stond voor me.
Tom stond voor Maria.
Kijk voor je, alsjeblieft.
Ik sta voor de bakkerij.
Ons huis heeft een voortuin.
Van het westelijk front geen nieuws.
Tom zat in de eerste rij.
De vrouwen staan voor de bibliotheek.
Voor het huis staat een boom.
Ik luisterde op de voorste rij --
- Gelieve te wachten voor kamer 213.
- Wacht alstublieft voor kamer 213.
Wat is dat daar voor ons?
Ik sliep voor de tv.
Is dat Toms auto die voor geparkeerd staat?
Dit is vóór het monument.
Laten we elkaar ontmoeten voor het theater.
Ik parkeer tegenover de boerderij.
Kan ik in de voortuin parkeren?
- Tom oefende voor de spiegel.
- Tom heeft voor de spiegel geoefend.
Tom bonst op de voordeur.
Tom liep voor Maria.
Hij liep voor mij.
Twee lussen... ...de een voor de andere.
Voorwaarts? Oké, dit kan pijn doen.
De vrouwen staan voor de bibliotheek.
Ik zat voor in de bus.
De tuin ligt voor het huis.
- Ze zette me voor schut voor mijn vrienden.
- Ze zette me voor mijn vrienden in mijn hemd.
Tom zette de asbak voor Maria.
Er werd op de huisdeur geklopt.
De voordeur van het huis was open.
"Waar is je auto?" - "Voor de garage."
De meest recente schietpartij was voorpaginanieuws.
De auto staat voor de garage.
Dat incident gebeurde vlak voor hem.
We staan vooraan in de rij
En toch beweer ik hier:
Soult's latere onwil om vanaf het front te leiden zou kunnen verklaren.
- Ik spreek niet graag voor mensen.
- Ik hou er niet van om voor mensen te spreken.
- Ik spreek niet graag in 't openbaar.
Ik heb voor het station een taxi genomen.
Er stopte een auto voor mijn huis.
Ze stond voor de klas.
Er staat een vreemde man voor het huis.
Voor mijn huis bevindt zich een boekhandel.
Hij zette zijn auto voor het gebouw.
Maak geen ruzie in het bijzijn van iedereen.
Tom beklaagde zich bij de receptie over het lawaai.
- Maria oefende haar toespraak voor de spiegel.
- Maria heeft haar toespraak voor de spiegel geoefend.
- Maria oefende haar speech voor de spiegel.
- Maria heeft haar speech voor de spiegel geoefend.
- We hingen een kerstkrans aan de voordeur.
- We hebben een kerstkrans aan de voordeur gehangen.
Mijn auto staat geparkeerd voor het hotel.
Ik wilde niets in het bijzijn van de kinderen zeggen.
en begint hij te vechten in de voorste rij als een beer.
aan het front beginnen de Russische troepen te deserteren en massaal.
Er stond een grote boom voor mijn huis.
Meestal staan er taxi's voor het station.
- Je hebt toch nog je ganse leven voor je.
- Je hebt toch nog een heel leven voor je.
We verbleven in een hotel voor het station.
Er staat een vreemde man voor het huis.