Examples of using "Crossed" in a sentence and their dutch translations:
- Je stak de straat over.
- Jullie staken de straat over.
Hij stak de straat over.
Tom stak de straat over.
- Onze banen hebben elkaar gekruist.
- Zijn weg en mijn weg hebben elkaar gekruist.
- Onze wegen hebben elkaar gekruist.
- Ik ben de grens overgestoken.
- Ik stak de grens over.
De vluchteling stak de rivier over.
Het was niet bij me opgekomen.
Een beer stak de snelweg over.
Hun namen waren weggestreept van de lijst.
Laten we maar gewoon voor het beste hopen.
Hij heeft de Rio Grande overgestoken.
Je bent van de lijst afgestreept.
Een bewaker zat met zijn benen gekruist.
- Veel succes.
- Geef er een lap op.
Hannibal is met een leger de Alpen over gegaan.
Ik zal voor je duimen.
Hij is de weg bij roodlicht overgestoken.
- De oude man zat daar in kleermakerszit.
- De oude man zat daar met gekruiste benen.
- Ze ging de straat over.
- Ze is de straat overgestoken.
Tom stak de straat over.
Tom stak de straat over.
En gelet op die kloof van net...
Jim keek links en rechts voor hij de weg overstak.
Jim keek links en rechts voor hij de weg overstak.
Maar er is een grens die je niet overschrijdt.
Niemand heeft die helse woestijn in honderden jaren overgestoken.
Ik stak de straat over hoewel het licht nog op rood stond.
Verbrand de schepen achter je nadat je de rivier bent overgestoken.