Examples of using "Blanket" in a sentence and their dutch translations:
Waar is de deken?
Ik heb een deken nodig.
De deken is zacht.
Doe niet zo flauw!
Ik gaf haar een deken.
Je trekt de deken op.
Dit deken is te zacht.
Ken vouwde het laken in twee.
Ze wikkelde zich in de deken.
De deken is groen en roze.
of die speciale deken op het bed?
Er ligt een mooie deken op het bed.
De hond viel in slaap op het deken.
Ik ben gevoelig voor kou. Mag ik nog een deken hebben?
Het wolkendek brak open.