Examples of using "Basement" in a sentence and their dutch translations:
Ze is in de kelder.
Ze is in de kelder.
Ik heb geen kelder.
Mennas was in de kelder.
De kelder staat onder water.
Toms huis heeft geen kelder.
- Wist je niet dat dit gebouw een kelder heeft?
- Wist u niet dat dit gebouw een kelder heeft?
- Wisten jullie niet dat dit gebouw een kelder heeft?
Tom wil niet in de kelder gaan.
De keuken is in de kelder.
Tom wist dat Mary naar hem op zoek was dus verstopte hij zich in de kelder.