Examples of using "Didn't" in a sentence and their dutch translations:
Het heeft niet gewerkt.
Ik wist niet dat Tom Frans kon spreken.
Ik wist niet dat Tom me niet mocht.
- Dat heb ik niet gedaan.
- Dat deed ik niet.
Wist je dat niet?
- Ik heb niets gedaan.
- Ik heb niks gedaan.
Ik heb niemand gezien.
Ik heb het aan niemand verteld.
- Tom deed niemand pijn.
- Tom heeft niemand pijn gedaan.
- Tom heeft niemand gekwetst.
- Ik wilde het niet!
- Ik wilde dat niet.
Ik wilde het niet!
Tom ging niet akkoord.
Tom wist dat niet.
Je hebt niets gezien.
Mijn vader heeft niet gegeten.
Ik wilde dat niet.
Tom wist niet dat hij dat niet hoefde te doen.
Zij heeft niet geantwoord.
Het voelde niet goed, zo gekunsteld, zo gemaakt.
Ik wist het niet.
totdat ze dat niet deed,
- Ze gaf geen antwoord.
- Ze antwoordde niet.
- Ik heb niet gelogen.
- Ik loog niet.
We hebben niet gewacht.
- Tom is niet dood.
- Tom is niet gestorven.
Ik antwoordde niet.
We zijn het niet vergeten.
Tom klaagde niet.
Tom viel niet.
Tom luisterde niet.
Tom heeft niet gewonnen.
Ze renden niet.
- Dat heb ik niet gevraagd.
- Ik heb het niet gevraagd.
Ik huilde niet.
Ik ging niet.
Ik heb niet betaald.
Je hebt het niet begrepen.
- Ik heb het niet begrepen.
- Ik begreep het niet.
- Ik twijfelde niet.
- Ik aarzelde niet.
Ik was het niet oneens.
Huilde Tom niet?
Het heeft niet gewerkt.
We maakten ons geen zorgen.
Ik realiseerde het me niet.
Ik heb niet gewonnen.
Ik heb niet gestemd.
ik gleed niet uit, dus ik ging niet dood
Tom had geen tijd.
Ik voelde me niet op mijn gemak omdat ik geen Frans sprak.
Ik heb de betekenis niet begrepen.
Tom zei dat hij niet wist waarom Mary hem niet mocht.
Tom heeft het niet gedaan.
Zij had niet genoeg geld.
Hij heeft de grap niet begrepen.
Hij heeft de grap niet begrepen.
Tom waste de borden niet af.
Ze antwoordde niet.
Ook ik heb niets begrepen.
Ze vonden de film niet goed.
Hemeltjelief, dat wist ik niet!
Ik heb het niet opzettelijk gedaan.
Dat heb ik niet gedaan.
Tom wist niet waarom Mary dat niet hoefde te doen.
Waarom belde je niemand?
- Ik dacht niet dat je ging komen.
- Ik had niet gedacht dat je zou komen.
Ik had niet gedacht dat je zou komen.
ze geen angststoornis hadden,
overleefden onze verhalen,
ik had geen leukemie meer,
ik me niet boos voelde.
Dat is niet echt gebeurd.
- We hebben niets gezien.
- We zagen niets.
- Waarom kwam je niet?
- Waarom kwamen jullie niet?
Ik meende het niet.
Ze bezocht niemand.