Translation of "Neef" in Turkish

- Hij is mijn neef niet.
- Hij is niet mijn neef.

O, kuzenim değil.

John is mijn neef.

John benim yeğenimdir.

Tom is mijn neef.

- Tom benim kuzenim.
- Tom, benim kuzenimdir.

Haar neef woont in Europa.

Kuzeni Avrupa'da yaşıyor.

Mijn neef is allergisch voor eieren.

Yeğenimin yumurtalara alerjisi var.

Mijn neef dient in de marine.

Kuzenim denizlerde hizmet eder.

Mijn neef is iets ouder dan ik.

Kuzenim benden biraz daha yaşlıdır.

Ik heb een neef en een nicht.

İki kuzenim var.

- Tom kuste mijn neef.
- Tom kuste mijn nicht.

Tom kuzenimi öptü.

- Tom kuste zijn neef.
- Tom kuste zijn nicht.

Tom kuzenini öptü.

John is niet mijn broer maar mijn neef.

John erkek kardeşim değil fakat benim kuzenim.

- Dit is mijn neef.
- Dit is mijn nicht.

Bu benim kuzenim.

Ik heb een neef die in Australië woont.

Avustralya'da yaşayan bir kuzenim var.

Ik heb een neef die in Boston woont.

Boston'da yaşayan bir kuzenim var.

Mijn neef, die advocaat is, is momenteel in Frankrijk.

Avukat kuzenim şu anda Fransa'da.

Mijn neef keek naar de beesten in de dierentuin.

Yeğenim hayvanat bahçesindeki hayvanları izledi.

Wist je dat Tom en Maria neef en nicht waren?

Tom ve Mary'nin kuzen olduğunu biliyor muydun?

- Hij is niet mijn kozijn.
- Hij is niet mijn neef.

- O, kuzenim değil.
- O benim kuzenim değil.

- Luke, ik ben je neef.
- Luke, ik ben je nicht.

Luke, ben senin kuzeninim.

Een neef is de zoon van een broer of zus.

Bir yeğen bir kardeşin oğludur.

Ik wist niet dat Tom en Maria neef en nicht waren.

Tom ve Mary'nin kuzen olduğunu bilmiyordum.

- Morgen komt er een verre neef.
- Morgen komt er een verre nicht.

Yarın uzak bir kuzen geliyor.

Zijn eigen neef Hjorvard deed een verrassingsaanval op de hal van de koning.

Kendi kuzeni Hjorvard, kralın salonuna bir sürpriz, şafak saldırısı yaptı.

- We verrasten mijn neef met een verjaardagsfeestje.
- We verrasten mijn nicht met een verjaardagsfeestje.

Bir doğum günü partisiyle kuzenimi şaşırttık.

- Hij ging weg om bij zijn kozijn te blijven.
- Hij ging bij zijn neef logeren.

O, kuzeni ile birlikte kalmak için gitti.

- Ik had een neef die in Boston woonde.
- Ik had een nicht die in Boston woonde.

Boston'da yaşayan bir kuzenim vardı.

- Hij is niet mijn broer. Hij is mijn kozijn.
- Hij is mijn broer niet. Hij is mijn neef.

Benim erkek kardeşim değildir. O benim kuzenimdir.