Translation of "Trein" in Spanish

0.018 sec.

Examples of using "Trein" in a sentence and their spanish translations:

Stop de trein.

- Paren el tren.
- Pare el tren.

- Onze trein stopte plotseling.
- Plots bleef onze trein staan.

Nuestro tren se detuvo de repente.

- Ga je met de trein?
- Gaat u met de trein?
- Gaan jullie met de trein?

¿Irás en tren?

- Laten we met de trein gaan.
- Laten we de trein nemen.
- Laten we een trein nemen.

Vayamos en tren.

- Hoe laat vertrekt deze trein?
- Hoe laat vertrekt de trein?

¿A qué hora sale el tren?

- Naar waar gaat deze trein?
- Waar gaat deze trein naartoe?

¿Adónde va este tren?

De trein was ontspoord.

- El tren se descarriló.
- El tren descarriló.

De trein komt eraan!

- El tren está viniendo.
- El tren está llegando.

Heeft de trein vertraging?

¿El tren se retrasó?

Onze trein stopte plotseling.

- Nuestro tren se paró de pronto.
- Nuestro tren se detuvo repentinamente.

De trein is gearriveerd.

El tren ha llegado.

De trein is hier.

El tren está aquí.

Hier komt de trein!

Aquí viene el tren.

- Mis de trein niet.
- Niet te laat komen voor de trein.

- No pierda el tren.
- No pierdas el tren.

- Welke trein gaat naar het centrum?
- Welke trein gaat naar het stadscentrum?

- ¿Qué tren va al centro de la ciudad?
- ¿Qué tren se dirige al centro de la ciudad?

- De trein is in aantocht.
- De trein zal binnen enkele ogenblikken arriveren.

El tren va a llegar dentro de poco.

- Hij moet de trein gemist hebben.
- Hij heeft waarschijnlijk de trein gemist.

Él posiblemente haya perdido el tren.

- Je zit in de verkeerde trein.
- Jullie zitten in de verkeerde trein.

- Estás en el tren equivocado.
- Vas en el tren equivocado.
- Estáis en el tren equivocado.

- Deze trein stopt op alle stations.
- Deze trein stopt in elk station.

Este tren para en todas las estaciones.

Kijk, hier komt je trein.

Mira, ahí viene tu tren.

De trein vertrok op tijd.

El tren partió puntual.

Hoe laat vertrekt deze trein?

¿A qué hora sale el tren?

Onze trein kwam op tijd.

Nuestro tren llegó puntual.

Dit is de laatste trein.

Este es el último tren.

Kijk! Daar is de trein!

¡Mira! ¡El tren está allí!

De trein is al vertrokken.

- El tren ya se fue.
- El tren ya partió.

Hoe laat vertrekt de trein?

¿A qué hora sale el tren?

Laten we een trein nemen.

Vayamos en tren.

Naar waar gaat deze trein?

- ¿Adónde va este tren?
- ¿Hacia dónde va este tren?

De trein komt zo aan.

El tren llegará pronto.

Ik moet deze trein halen.

Tengo que coger este tren.

Wanneer vertrekt de volgende trein?

¿Cuándo sale el próximo tren?

Waar gaat deze trein naartoe?

- ¿Adónde va este tren?
- ¿Hacia dónde va este tren?

De trein zal binnenkort vertrekken.

El tren parte en breve.

Ik wacht op de trein.

Estoy esperando el tren.

De trein is in aantocht.

El tren va a llegar dentro de poco.

Wanneer vertrekt de laatste trein?

¿A qué hora es el último tren?

Ga je met de trein?

¿Irás en tren?

Tom stapte uit de trein.

Tom se bajó del tren.

Ik stapte op de trein.

Me subí al tren.

- Ik zat twaalf uur op de trein.
- Ik zat twaalf uur in de trein.

Estuve doce horas en el tren.

De trein kwam stipt op tijd.

- El tren llegó puntual.
- El tren llegó a tiempo.

De trein stopt op elk station.

- El tren se para en cada estación.
- El tren para en cada estación.

De trein kwam aan in Londen.

El tren llegó a Londres.

Je zit in de verkeerde trein.

- Estás en el tren equivocado.
- Vas en el tren equivocado.

Misschien heeft hij de trein gemist.

Puede que haya perdido el tren.

De trein is hier net aangekomen.

El tren acaba de llegar aquí.

De trein gaat iedere dertig minuten.

- Hay un tren cada treinta minutos.
- El tren pasa cada treinta minutos.

Vandaag is de trein op tijd.

Hoy el tren es puntual.

Ik moet de eerste trein halen.

Debo tomar el primer tren.

Ik ging per trein naar Boston.

Fui a Boston en tren.

Deze trein stopt in elk station.

Este tren para en todas las estaciones.

Ben je met de trein gekomen?

¿Viniste en tren?

De trein vertrekt over vijf minuten.

El tren parte en cinco minutos.

Roken is verboden in de trein.

- Fumar está prohibido en el tren.
- Está prohibido fumar en el tren.

Deze trein stopt op alle stations.

Este tren para en todas las estaciones.

De laatste trein is al weg.

El último tren ya se ha ido.

Onze trein vertrekt om half negen.

Nuestro tren parte a las ocho treinta.

Ik heb de laatste trein gemist.

Perdí el último tren.

De trein heeft 30 minuten vertraging.

El tren tiene 30 minutos de retraso.

Jullie zitten in de verkeerde trein.

Estáis en el tren equivocado.

De trein vertrekt binnen vijf minuten.

El tren parte en cinco minutos.