Translation of "Noorwegen" in Spanish

0.004 sec.

Examples of using "Noorwegen" in a sentence and their spanish translations:

Noorwegen verraste me.

Noruega me ha sorprendido.

Ik kom uit Noorwegen.

- Yo soy de Noruega.
- Yo vengo de Noruega.
- Soy de Noruega.

Oslo is de hoofdstad van Noorwegen.

Oslo es la capital de Noruega.

Noorwegen is het rijkste land ter wereld.

Noruega es el país más rico en el mundo.

Noors is de officiële taal van Noorwegen.

El noruego es la lengua oficial de Noruega.

Tegenwoordig spreekt de Minister van Gezondheid van Noorwegen

En la actualidad, el ministro de sanidad noruego

Olaf Haraldsson, koning van Noorwegen - de man die ooit de beschermheilige was geworden - was

Olaf Haraldsson, rey de Noruega, el hombre que un día se convertiría en su santo patrón, había

Als koning van Noorwegen was Harald 'de harde heerser' dapper, wreed en hebzuchtig… en in

Como rey de Noruega, Harald 'el gobernante duro' era valiente, cruel y codicioso ... y en

Harold Hardrada groeide uit tot koning van Noorwegen, en een van de grootste Vikingen van allemaal.

Harold Hardrada creció hasta convertirse en el Rey de Noruega, y uno de los más grandes vikingos de todos.

Dus zeilen ze weg om de verovering van Noorwegen te helpen, en het was hun pech om Jarl

Así que zarpan para ayudar a la conquista de Noruega, y tuvieron mala suerte al encontrarse con Jarl