Translation of "Gereisd" in Spanish

0.003 sec.

Examples of using "Gereisd" in a sentence and their spanish translations:

Vele hebben kilometers gereisd.

Muchos han viajado kilómetros.

- Maandag is ze naar New York gereisd.
- Maandag is hij naar New York gereisd.

El lunes fue a Nueva York.

Wanneer ben je naar Rome gereisd?

¿Cuándo viajaste a Roma?

- Heeft u al eens met een vliegtuig gereisd?
- Heb je al eens met het vliegtuig gereisd?

¿Ha viajado alguna vez en avión?

Ik ben afgelopen zomer naar Italië gereisd.

Yo viajé a Italia el verano pasado.

Heb je al eens met het vliegtuig gereisd?

¿Ha viajado alguna vez en avión?

- Ik heb gereisd.
- Ik ben op reis geweest.

Viajé.

- We zijn samen op reis gegaan.
- We hebben samen gereisd.

Viajamos juntos.

Geloof je nou echt dat die machine in de tijd heeft gereisd?

¿De verdad cree que esa máquina haya viajado en el tiempo?

- Ze reisden samen.
- Ze zijn samen op reis gegaan.
- Ze hebben samen gereisd.

Ellos viajaron juntos.

- We reisden samen.
- We zijn samen op reis gegaan.
- We hebben samen gereisd.

Viajamos juntos.