Translation of "Eigenaar" in Spanish

0.003 sec.

Examples of using "Eigenaar" in a sentence and their spanish translations:

Ik ben de eigenaar.

La propiedad es mía.

Je bent de eigenaar.

- Tú eres el dueño.
- Tú eres el propietario.

Ik ben niet de eigenaar.

No soy el dueño.

Is hij de eigenaar van die auto?

¿El dueño del auto es él?

Wie is de eigenaar van deze auto?

¿Quién es el dueño de este auto?

Hij is de eigenaar van deze winkel.

Es el propietario de esta tienda.

De eigenaar van dit huis is de heer Yamada.

El dueño de esta casa es el Señor Yamada.

De arbeiders hebben erop aangedrongen met de eigenaar te praten.

Los trabajadores demandaron hablar con el propietario.

Ik ben op zoek naar de eigenaar van deze gitaar.

Estoy buscando al dueño de esta guitarra.

De eigenaar van dit restaurant is trouwens een vriend van me.

De hecho, el dueño de este restaurante es un amigo mío.

Hij is de eigenaar van vier heel grote boerderijen in het binnenland van Sao Paulo.

Él es el dueño de cuatro haciendas muy grandes en el interior de São Paulo.

Je bent geen eigenaar van dit opslagbestand. Je kunt je voortgang niet opslaan. Trofeeën zijn niet beschikbaar.

No eres el propietario de estos datos guardados. No podrás guardar tus progresos. Los trofeos se desactivarán.

Traci Roach, eigenaar van een exotische dierenwinkel in Arizona.. ...en nee, dat is geen pseudoniem, zo heet ze echt...

Traci Roach es dueña de una tienda de mascotas exóticas en Arizona, y no, no es su nombre artístico, es real.