Translation of "Aan" in Russian

0.036 sec.

Examples of using "Aan" in a sentence and their russian translations:

- Hij paste zich aan de omstandigheden aan.
- Hij paste zich aan aan zijn omgeving.

Он подстроился под обстоятельства.

...aan gruzelementen.

на маленькие кусочки.

Aan gruzelementen.

вдребезги.

Val aan!

В атаку!

Pak aan!

- Получи!
- Получай!
- Вот тебе!
- Получайте!
- Вот вам!
- Получите!
- На́ тебе!
- На́ вам!

Kalm aan.

Успокойся.

Hij paste zich aan de omstandigheden aan.

Он подстроился под обстоятельства.

- Denk aan je toekomst.
- Denk aan jullie toekomst.
- Denk aan uw toekomst.

- Подумай о своём будущем!
- Подумайте о своём будущем.

- Denk je aan Tom?
- Denkt u aan Tom?
- Denken jullie aan Tom?

- Ты думаешь о Томе?
- Вы думаете о Томе?

- Ik denk aan je.
- Ik denk aan u.
- Ik denk aan jullie.

- Я думаю о тебе.
- Думаю о тебе.
- Я думаю о вас.

- Ik dacht aan u.
- Ik dacht aan jou.
- Ik heb aan jou gedacht.
- Ik heb aan je gedacht.

Я думал о тебе.

- Doet gij aan sport?
- Doe jij aan sport?

Вы занимаетесь каким-нибудь видом спорта?

Ik kan aan alles weerstaan behalve aan verleiding.

Я могу устоять перед чем угодно, кроме искушения.

- Rustig.
- Rustig aan.
- Rustig maar.
- Fijn.
- Kalm aan.

- Успокойся.
- Уймись!

Het lichaam past zich snel aan aan temperatuurveranderingen.

Тело быстро адаптируется к перемене температуры.

- Ontspan u!
- Rustig aan.
- Rustig maar.
- Kalm aan.

- Смотри на это проще.
- Успокойся.
- Не бери в голову.

- Kleed je alsjeblieft aan.
- Kleed u alstublieft aan.

- Оденьтесь, пожалуйста.
- Оденься, пожалуйста.

- Raak hem niet aan!
- Raak het niet aan!

- Не трогайте его.
- Не прикасайтесь к нему.

Zeg dat niet aan mij maar aan Tom.

- Не говори мне. Скажи Тому.
- Не говорите мне. Скажите Тому.

- Het licht is aan.
- De lampen zijn aan.

Фары горят.

- Houd je schoenen aan.
- Hou je schoenen aan.

- Не снимай обувь.
- Не снимайте обувь.
- Не разувайся.
- Не разувайтесь.
- Не снимай ботинки.
- Не снимайте ботинки.

- Doe de radio aan.
- Zet de radio aan.

- Включи радио.
- Включите радио.

- Laat het licht aan.
- Laat het licht aan!

- Оставь свет.
- Оставьте свет.
- Оставь свет включённым.
- Оставьте свет включённым.

- Zet je microfoon aan!
- Zet uw microfoon aan!

Включите микрофон!

- Denk aan uw kinderen!
- Denk aan jullie kinderen!

- Подумайте о своих детях!
- Подумай о детях.
- Подумайте о детях.
- Подумай о своих детях.
- Подумайте о своих детях.

- Het ontbreekt je aan verbeelding.
- Het ontbreekt u aan verbeelding.
- Het ontbreekt jullie aan verbeelding.
- Het ontbreekt je aan fantasie.
- Het ontbreekt u aan fantasie.
- Het ontbreekt jullie aan fantasie.

- Тебе не хватает воображения.
- Вам не хватает воображения.

Rustig aan, jongens.

Держитесь, ребята.

Allemaal aan boord!

- Все на борт!
- Все на посадку!
- Все по местам!

Aan de slag!

За работу!

Kijk me aan.

- Посмотрите на меня.
- Посмотри на меня.

- Langzaam!
- Langzaam aan!

Медленно!

Ze komen aan.

- Они идут.
- Они едут.
- Они приезжают.

Kijk eens aan!

- Посмотри на это!
- Взгляни на это!
- Взгляните на это!
- Посмотрите на это!

Neem dit aan.

- Возьми это.
- Возьмите это.

Neem deze aan.

- Возьми эти.
- Возьмите эти.

Kom aan boord.

- Забирайся на борт.
- Поднимайся на борт.

Ik belde aan.

- Я позвонил в дверь.
- Я позвонила в дверь.

Kijk me aan!

Смотрите мне в глаза!

Houd links aan.

Держись левой стороны.

Hier, pak aan!

Вот, возьми.

Kijk ons aan.

- Посмотри на нас.
- Посмотрите на нас.
- Взгляни на нас.
- Взгляните на нас.

Welkom aan boord!

Добро пожаловать на борт!

Denk aan hen.

- Подумай о них.
- Подумайте о них.

Denk aan haar.

Подумай о ней.

Hoor Tom aan!

Слушайте Тома!

Kleed je aan!

- Одевайся!
- Оденься!

Val ze aan.

Атакуйте их.

En ze trekken ook een scala aan ongewervelden aan.

и ещё они привлекают множество беспозвоночных.

- Aan de kant.
- Ga aan de kant.
- Opzij.
- Opschuiven.

- Подвинься.
- Подвиньтесь.

Ze kwamen aan de voet van de berg aan.

Они прибыли к подножию горы.

- Tom ging aan boord.
- Tom is aan boord gegaan.

Том сел на корабль.

Tom kleedde zich aan en deed zijn schoenen aan.

Том оделся и обулся.

- Tom stierf aan hersenkanker.
- Tom is overleden aan hersenkanker.

Том умер от рака мозга.

- Je bent schuldig aan moord.
- U bent schuldig aan moord.
- Jullie zijn schuldig aan moord.

Вы виновны в убийстве.

- Je bent aan het kijken.
- Jullie zijn aan het kijken.
- U bent aan het kijken.

- Ты наблюдаешь.
- Вы наблюдаете.

- Bent u aan het kijken?
- is hij aan het kijken?
- is zij aan het kijken?

- Она смотрит?
- Он смотрит?

- Waarom viel je haar aan?
- Waarom vielen jullie haar aan?
- Waarom viel u haar aan?

- Почему вы на неё напали?
- Почему ты на неё напал?
- Почему ты на неё напала?

- Ik was aan het bloeden.
- Hij was aan het bloeden.
- Zij was aan het bloeden.

У меня шла кровь.

- Ze zijn aan het lopen.
- Ze zijn aan het rennen.
- Ze zijn nu aan het rennen.
- Ze zijn nu aan het hardlopen.

Они бегут.

B.G. aan Helo 1, ik ben er slecht aan toe.

Б.Г. вызывает вертолет: мне нехорошо.

- Doe alsjeblieft het licht aan.
- Doe het licht aan, alsjeblieft.

Включи, пожалуйста, свет.

- Ik ben aan het overgeven.
- Ik ben aan het kotsen.

Меня рвёт.

- Hij is aan de telefoon.
- Hij zit aan de telefoon.

Он звонит.

- Waren jullie aan het huilen?
- Was je aan het huilen?

- Ты плакал?
- Ты плакала?
- Вы плакали?

- Waarom is het licht aan?
- Waarom is de lamp aan?

Почему свет горит?

- Ik ben aan het vieren.
- Ik ben aan het feestvieren.

Я праздную.

- Dit doek voelt zacht aan.
- Deze doek voelt zacht aan.

Эта ткань гладкая на ощупь.

- Ik ben aan het verhuizen.
- Ik ben aan het bewegen.

Я переезжаю.

- Iedereen keek me aan.
- Iedereen was mij aan het aankijken.

Все смотрели на меня.

- Ik heb aan jou gedacht.
- Ik heb aan je gedacht.

- Я подумал о тебе.
- Я подумал о вас.

- U bent schuldig aan moord.
- Jullie zijn schuldig aan moord.

Вы виновны в убийстве.

- Dat raad ik niet aan.
- Ik raad dat niet aan.

Я этого не советую.

- Een vrolijke kerst aan iedereen.
- Een gelukkige kerst aan iedereen!

Всех с Рождеством!

- Zij raakte zijn hand aan.
- Ze raakte zijn hand aan.

- Она дотронулась до его руки.
- Она тронула его за руку.

- Geef dit boek aan Tom.
- Geef dat boek aan Tom.

Дай эту книгу Тому.

- Hij is aan het dineren.
- Zij is aan het dineren.

- Она ужинает.
- Он ужинает.

- Ik kan aan alles weerstaan behalve aan verleiding.
- Ik kan alles weerstaan behalve verleiding.
- Ik kan aan alles weerstand bieden, behalve aan verleiding.

- Я могу выдержать всё, кроме искушений.
- Я могу устоять против всего, кроме искушения.
- Я могу устоять перед чем угодно, кроме искушения.

aan mensen en omstandigheden.

в людях и обстоятельствах.

BG aan Helo 1...

«БГ» вызывает вертолет:

BG aan Helo 1.

«БГ» вызывает вертолет:

Bear aan Helo 1...

Беар вызывает вертолет:

Deze voelt warmer aan...

Но оттуда идет воздух теплее,

Het is aan jou.

Все зависит от вас.