Translation of "Bijna" in Portuguese

Bijna.

- Quase.
- Por pouco.
- Isso foi por um trisco.

Bijna onopgemerkt.

Quase.

Bijna klaar.

- Estamos quase lá.
- Quase lá.

Bijna altijd.

Quase sempre.

Bijna drie.

Quase três.

- Bijna.
- Haast.

Quase.

- Tom stierf bijna.
- Tom ging bijna dood.
- Tom is bijna gestorven.

Tom quase morreu.

- Ik was bijna uitgehongerd.
- Ik verhongerde bijna.

- Eu quase passei fome.
- Eu quase morri de fome.

- Het werkte bijna.
- Het heeft bijna gewerkt.

Quase funcionou.

- Bijna iedereen kwam.
- Bijna iedereen is gekomen.

- Quase todo mundo veio.
- Quase todos vieram.

- Je was bijna dood.
- U was bijna dood.
- Jullie waren bijna dood.

Você quase morreu.

Ik huilde bijna.

Eu quase chorei.

Tom weende bijna.

Tom quase chorou.

Tom verdronk bijna.

Tom quase se afogou.

Ik stikte bijna.

Eu quase me engasguei.

Tom huilde bijna.

Tom estava quase chorando.

- Het is bijna drie uur.
- Het is bijna drie.

São quase três horas.

Ze is er bijna.

Está quase a chegar.

Het is bijna donker.

A escuridão está quase a chegar.

Het is bijna lente.

A primavera vai chegar logo.

We zijn er bijna.

- Estamos quase lá.
- Nós estamos quase lá.

Hij was bijna verdronken.

Ele quase se afogou.

Ze was bijna verdronken.

Ela quase se afogou.

Tom viel bijna flauw.

Tom estava a ponto de desmaiar.

Ik ben bijna klaar.

- Estou quase pronto.
- Estou quase pronta.

Dat is bijna onuitvoerbaar.

É quase impossível fazer isso.

Bijna iedereen doet dat.

Quase todo mundo faz isso.

Tom werd bijna betrapt.

- Tom quase foi pego.
- O Tom quase foi pego.

We werden bijna betrapt.

- Nós quase fomos pegos.
- Nós quase fomos pegas.
- Quase fomos pegos.
- Quase fomos pegas.

Het is bijna kerst.

- O Natal já está aí.
- O Natal está bem próximo.
- O Natal está chegando.

De voorstelling begint bijna.

- A apresentação está perto de começar.
- A apresentação já vai começar.

Het is bijna klaar.

- Em breve estará pronto.
- Em breve vai estar pronto.

We zijn bijna doodgevroren.

Quase morremos de frio.

Dit kost bijna niets.

Isto não custa quase nada.

Dit is bijna nieuw.

Isto é quase novo.

Ik was bijna gewonnen.

Eu quase ganhei.

- Dat is bijna onuitvoerbaar.
- Het is bijna onmogelijk dat te doen.

É quase impossível fazer isso.

- Bijna alle honden zijn levend.
- Bijna alle honden zijn in leven.

Quase todos cachorros estão vivos.

- Tom komt hier bijna dagelijks.
- Tom komt hier bijna alle dagen.

- Tom vem aqui quase todo dia.
- Tom vem aqui quase todos os dias.

- Ik heb mijn werk bijna af.
- Mijn werk is bijna voltooid.

Meu trabalho está quase terminado.

- Brazilië heeft bijna 200 miljoen inwoners.
- Brazilië telt bijna 200 miljoen inwoners.

O Brasil tem quase 200 milhões de habitantes.

Toen ik bijna gepromoveerd was,

Quando eu estava quase terminando meu doutorado,

De welpen zijn bijna volgroeid...

Apesar de as crias estarem praticamente desenvolvidas,

De doos is bijna leeg.

A caixa está quase vazia.

Het avondeten is bijna klaar.

O jantar está quase pronto.

Ik was het bijna vergeten.

- Quase esqueci.
- Eu quase esqueci.

Het is bijna half twaalf.

São quase onze e meia.

Mijn huiswerk is bijna klaar.

Minha tarefa está quase pronta.

Ik begreep het bijna helemaal!

Eu entendi quase tudo.

Tom eet bijna nooit komkommers.

Tom quase nunca come pepinos.

Het is bijna 12 uur.

É quase meio-dia.

Je hebt me bijna geraakt.

- Você quase me acertou.
- Vocês quase me acertaram.

We zijn bijna als broers.

- Somos praticamente irmãos.
- Somos como irmãos.

Deze hond is bijna menselijk.

- Este cão é quase como um ser humano.
- Este cão é quase como uma pessoa.

Het werk is bijna klaar.

O trabalho está quase feito.

Het is bijna half drie.

São quase 2h30.

Tom belt Maria bijna nooit.

Tom quase nunca chama Mary.

Het restaurant was bijna leeg.

O restaurante estava quase vazio.

Tom had mij bijna overtuigd.

Tom quase me convenceu.

Deze hond eet bijna alles.

Este cachorro come quase de tudo.

Zulke boeken zijn bijna waardeloos.

Livros como este quase não têm valor.

Hij komt hier bijna dagelijks.

Vem aqui praticamente todos os dias.

Ik zwem bijna elke dag.

Nado quase todo dia.

De vakantie is bijna voorbij.

As férias estão perto de acabar.

Toms portemonnee is bijna leeg.

A carteira de Tom está quase vazia.

Tom helpt ons bijna nooit.

- Tom quase nunca nos ajuda.
- O Tom quase nunca nos ajuda.

Tom is toch bijna klaar?

- O Tom está quase terminando, não é?
- O Tom está quase terminando, não está?

De druiven zijn bijna rijp.

As uvas estão quase maduras.

- Dat was ik bijna vergeten te doen.
- Ik was het bijna vergeten te doen.

Eu quase esqueci de fazer isso.

De tweejarige welpen zijn bijna volgroeid.

As crias de dois anos estão quase totalmente desenvolvidas.

Deze jaguar is bijna twee jaar.

Este jaguar tem cerca de dois anos.

Ik heb bijna geen water meer.

E estou a ficar com pouca água.

Er is bijna geen wijn meer.

Quase não sobra vinho.