Translation of "Zie" in Japanese

0.014 sec.

Examples of using "Zie" in a sentence and their japanese translations:

- Zie hieronder.
- Zie verder.

下を見ろ。

Zie hierboven.

- 前記参照。
- 上記をご覧ください。

- Ik zie ze vanavond.
- Ik zie hen vanavond.

今夜彼らに会います。

- Ik zie hem morgennamiddag.
- Ik zie hem morgenmiddag.

明日の午後彼に会います。

Zie je dat?

ほら

Zie je hem?

見える?

Ik zie niets.

- 私は何も見えません。
- オレには何も見えないぞ。
- 私は何も見えない。
- 私は何も見ません。

Ik zie Tom.

トムが見える。

Ik zie vuurwerk!

花火が見える!

Ik zie dubbel.

物が二重に見えます。

- Ik zie je morgen?
- Zie ik jullie morgen?
- Zie ik u morgen?
- Zien we elkaar morgen?

明日会いましょうか?

Hier zie je het.

ほら ここです

Zie je de larven?

幼虫がいるぞ

Tandafdrukken. Zie je dat?

歯の跡がある ほらね

Ik zie hem niet.

見えないぞ

Wat zie je nu?

今度は何が見えますか?

Ik zie geen verschil.

違いがわからない。

Ik zie dode mensen.

死者が見えます。

Ik zie je morgen.

- 明日お会いしましょう。
- また明日。
- それじゃまた明日。

Ik zie een huis.

家が見える。

Ik zie je woensdag.

- 今度の水曜日に会いましょう。
- 来週の水曜日に会いしましょう。

Zie je hem vaak?

彼によく会いますか。

Ik zie u graag.

- 大好きだよ!
- 大好き。

Zie je al die vliegen?

ハエが見える?

Die zie je maar weinig.

かなり珍(めずら)しい

Zie je die stukjes noot?

少し木の実が入ってる

Ik zie een bos beneden.

下には森が見える

Hier zie je meer detail.

もう少し細かく 見てみましょう

Zo zie je maar weer.

ところが ところが

En dan zie ik haar...

‎彼女の動きは・・・

Ik zie morgen mijn oom.

- 明日おじを訪問する。
- 明日僕のおじさんに会うことになってるんだ。

Ik zie graag heldere kleuren.

私は明るい色が好きです。

Ik zie je volgende week.

- また来週!
- また来週。

Hoe oud zie ik eruit?

- 俺、何歳に見える?
- 私何歳に見える?

Zie ik er goed uit?

- おかしくない?
- 変じゃない?

Het regent, zie je wel?

ほらね、雨が降っているよ。

Ik zie wat je bedoelt.

あなたの言うことは分かります。

- Ik zie je morgen?
- Spreken we morgen af?
- Zie ik jullie morgen?
- Zie ik u morgen?
- Zien we elkaar morgen?

明日会いましょうか?

Zie je al deze kleine topjes?

見てくれ つぼみだ

Zie je de kleine knopjes erop?

芽がある

Ja, kijk. Zie je de larven?

見ろよ 幼虫がいるぞ

Ik zie Bear recht voor ons.

ベアがいたぞ

Zie je dat gat daar? Slangengat.

下の穴を? ヘビ穴だ

Hier zie je deze octopus langswandelen,

タコが歩き回っていますが

...zie je alle vloeistof... ...eruit komen.

液体が出てくる 出てきたぞ

Ik zie niet wat ze doet.

‎何をしてる

- Pak aan!
- Kijk!
- Zie daar!
- Alsjeblieft!

はいどうぞ。

- Tot later.
- Ik zie je later.

- また後で。
- またあとでお会いしましょう。
- では又会いましょう。
- ではまた会いましょう。
- それでは後ほどうかがいます。
- またね!
- じゃ、またねっ!
- じゃまたね。
- じゃあね!
- じゃあ、またね。

Ik zie je af en toe.

私はあなたを時々見掛ける。

Ik zie hem soms op tv.

時々彼をテレビで見るよ。

Ik zie een boek op tafel.

机の上に本が見える。

Ik zie geen ras, religie of seksualiteit.

人種、宗教、セクシュアリティなんて 私にはどうでもいい

Zie je al dat spul van binnen?

中の物が見える?

Of ik zie op die berg daar...

もしくはあの山を目指す

Dus ook daar zie je die immuundeficiëntie.

ここでも 免疫不全が 起こっていることが分かります

zie ik dit in het alledaagse landschap.

毎日の生活の中で この現象を目撃します

Ik zie een vogel op het dak.

- 屋根の上には鳥が一羽みえる。
- 屋根の上に鳥が一羽見えます。

Ik zie je morgenochtend om negen uur.

- 明朝9時にお会いしましょう。
- 明日の朝9時に会いましょう。

Doe het licht aan. Ik zie niks.

- 電灯を点けてくれ。何も見えないよ。
- 電気点けてよ。何も見えないんだ。

Zie je een schip aan de horizon?

水平線に船が見えますか。

Ik zie die jonge man wel zitten.

私はその若者が好きだ。

Als je goed kijkt, zie je niks.

詳しく見ると、何もに見えない。

- Ik kan niets zien.
- Ik zie niets.

私は何も見えません。

- Ik zie je daar.
- Ontmoet me daar.

そこで落ち合おう。

Zie je de werkbalk onderaan het scherm?

- 画面下にツールバーが見えますか?
- 画面下にツールバーがあるのが分かりますか?

Hoeveel kleuren zie je in de regenboog?

虹の中にいくつの色が見えますか。

Ik zie je morgen in de bibliotheek.

- 明日図書館でね。
- 明日、図書館でまたね。
- また明日、図書館でね。

Ik zie daar iets. Ik zie het glinsteren. Het probleem is dat de helikopter niet zal kunnen landen.

下に光ってるものがあるぞ だがここには着陸できない

Daar zie je al wat de toekomst belooft.

また 未来に輝くものが すでに見えます

Ik zie het einde. We zijn er bijna.

終(お)わりが見える もうすぐだ