Translation of "Fijn" in Italian

Fijn!

- Rilassati!
- Rilassatevi!
- Si rilassi!
- Riposati!
- Si riposi!
- Riposatevi!

Een fijn weekend!

- Passa un buon fine settimana!
- Passa un buon weekend!
- Passate un buon weekend!
- Passi un buon weekend!
- Passate un buon fine settimana!
- Passi un buon fine settimana!
- Buon fine settimana!

- Leuk!
- Fijn!
- Tof!

Simpatico!

Het is fijn om gewild te zijn.

È bello sentirsi desiderati.

- Rustig.
- Rustig aan.
- Rustig maar.
- Fijn.
- Kalm aan.

- Calmati.
- Stai tranquillo.
- Si calmi.
- Calmatevi.
- Stai tranquilla.
- Stia tranquillo.
- Stia tranquilla.
- State tranquilli.
- State tranquille.

- Fantastisch!
- Geweldig!
- Goed zo!
- Wonderbaarlijk!
- Goed!
- Wat fijn!

- Fantastico!
- Forte!
- Formidabile!

En stootten ze 21 miljoen ton fijn stof uit

ed erano state emesse 21 milioni di tonnellate di polveri sottili

En stootten we 35 miljoen ton fijn stof uit

ed emettevamo 35 milioni di tonnellate di poveri sottili

De fijn afgestelde antennes zijn hypergevoelig voor de lichtste beweging.

Le antenne affinate sono sensibili anche al più piccolo movimento.

Wetenschappers zitten er niet graag naast, maar puzzelen vinden we fijn.

Gli scienziati non amano avere torto, ma adorano i puzzle,

Het zou zijn fijn zijn als er een Japanse uitgave was.

Sarebbe fantastico se ci fosse un'edizione giapponese.

- Akkoord.
- Oké.
- In orde.
- Okidoki.
- Geweldig.
- Fijn.
- Nou!
- Goed!
- Goed zo.

Bene.

Ik zou het fijn vinden als je dit boek in het Engels zou vertalen.

- Vorrei che traducessi questo libro in inglese.
- Vorrei che tu traducessi questo libro in inglese.
- Io vorrei che traducessi questo libro in inglese.
- Io vorrei che tu traducessi questo libro in inglese.

- Ik zou graag een auto hebben.
- Het zou fijn zijn als ik een auto had.

Mi piacerebbe avere una macchina.

- Ik vind het fijn wanneer het koud is.
- Ik vind het leuk als het koud is.

- Mi piace quando è freddo.
- Mi piace quando è fredda.
- A me piace quando è freddo.
- A me piace quando è fredda.
- Mi piace quando fa freddo.
- A me piace quando fa freddo.

- Als je dat niet fijn vindt, hou ik ermee op.
- Als dat je niet bevalt, hou ik ermee op.

- Se non ti piace, mi fermo.
- Se non vi piace, mi fermo.

- Fantastisch!
- Geweldig!
- Dat is geweldig!
- Goed zo!
- Cool!
- Briljant!
- Uitstekend!
- Prima!
- Goed!
- Goed dan!
- Wat fijn!
- Dat is prima!
- Heel goed!

Formidabile!

- Fantastisch!
- Gaaf!
- Geweldig!
- Dat is geweldig!
- Goed zo!
- Cool!
- Briljant!
- Goed gedaan!
- Wonderbaarlijk!
- Uitstekend!
- Te gek!
- Prima!
- Prachtig.
- Goed!
- Goed dan!
- Wat fijn!
- Dat is prima!
- Heel goed!

- Grande!
- Forte!

- Fantastisch!
- Geweldig!
- Goed zo!
- Briljant!
- Wonderbaarlijk!
- Uitstekend!
- Prima!
- Prachtig.
- Goed!
- Goed dan!
- Het is heel mooi.
- Wat fijn!
- Het is fantastisch.
- Het is schitterend.
- Het is geweldig.
- Het is prachtig.
- Hoe geweldig!
- Heel goed!

- Magnifico!
- Meraviglioso!