Translation of "Wandeling" in German

0.004 sec.

Examples of using "Wandeling" in a sentence and their german translations:

Hoe was je wandeling?

Wie war dein Spaziergang?

Maak elke dag een wandeling.

Geh jeden Tag spazieren.

Ga je een wandeling maken?

Gehst du spazieren?

Wil je een korte wandeling maken?

Was hältst du davon, einen kleinen Spaziergang zu machen?

Tom maakt elke ochtend een wandeling.

Tom geht jeden Morgen spazieren.

Mijn vader maakt iedere dag een wandeling.

- Mein Papa geht jeden Tag spazieren.
- Vater geht jeden Tag spazieren.
- Vater macht jeden Tag einen Spaziergang.
- Mein Vater geht jeden Tag spazieren.

"Zin in een wandeling?" "Graag, waarom niet?"

„Was hältst du von einem Spaziergang?“ „Gerne, warum nicht.“

We hebben samen een lange wandeling gemaakt.

Wir unternahmen einen langen Spaziergang.

John maakte een wandeling langs de rivier.

Johann unternahm einen Spaziergang entlang des Flusses.

Wil iemand een wandeling naar het strand maken?

- Hat nicht jemand Lust, ans Meer zu gehen?
- Hat nicht jemand Lust zu einem Spaziergang ans Meer?

Mijn benen deden pijn na de lange wandeling.

Meine Beine schmerzten nach dem langen Spaziergang.

Mijn vader heeft het te druk voor een wandeling.

Mein Vater ist zu beschäftigt für einen Spaziergang.

Hij moet heel moe zijn na een lange wandeling.

Nach einem langen Marsch muss er sehr erschöpft sein.

Vroeg in de morgen heb ik een wandeling gedaan.

Frühmorgens habe ich einen Spaziergang gemacht.

Een wandeling door de frisse lucht zal je goed doen.

Ein Spaziergang an der frischen Luft wird dir gut tun.

Tom maakt elke dag een wandeling, weer of geen weer.

Tom geht bei jedem Wetter spazieren.

- Bent u zondag gaan wandelen?
- Hebben jullie zondag een wandeling gedaan?

Sind Sie am Sonntag spazieren gegangen?

Wat vind je ervan om een wandeling te maken in het park?

Was sagst du zu einem Spaziergang im Park?

- Mijn vader wandelt iedere dag.
- Mijn vader maakt iedere dag een wandeling.

Mein Vater geht jeden Tag spazieren.

- Scheer je weg!
- Neem een wandeling!
- Ga een eindje lopen!
- Ga wandelen!

Geh spazieren!

Tijdens een wandeling in het park kwam ze toevallig haar oude vriendin tegen.

Bei einem Spaziergang im Park begegnete sie zufällig ihrer alten Freundin.

Ze is maar zes km naar het Westen... ...maar dit is geen simpele wandeling.

Danach ist sie nur rund sechs Kilometer im Westen, aber das wird kein Spaziergang.