Translation of "Zin" in German

0.007 sec.

Examples of using "Zin" in a sentence and their german translations:

Deze zin is geen zin.

Dieser Satz ist kein Satz.

- Vervolledig de zin.
- Maak de zin af.

Ergänze den Satz.

- Deze zin is verkeerd.
- Deze zin is onjuist.
- Deze zin is fout.

Dieser Satz ist verkehrt.

- Verbeter alstublieft de zin.
- Corrigeer alstublieft de zin.

- Korrigieren Sie bitte diesen Satz.
- Korrigiere bitte diesen Satz.
- Korrigiert bitte diesen Satz.

- Deze zin is ambigu.
- Deze zin is dubbelzinnig.

Dieser Satz ist mehrdeutig.

Die zin was:

und dieser Satz war:

Vertaal deze zin.

Übersetze diesen Satz.

- Emily schreef de zin.
- Emily heeft de zin geschreven.

Emily hat den Satz geschrieben.

- Wie schreef deze zin?
- Wie heeft deze zin geschreven?

- Wer hat diesen Satz geschrieben?
- Wer schrieb diesen Satz?

- Je moet deze zin onthouden.
- U moet deze zin onthouden.
- Jullie moeten deze zin onthouden.

Man muss Sätze auswendig lernen.

De zin "Deze zin is grammatisch juist" is grammatisch juist.

Der Satz "Dieser Satz ist grammatikalisch korrekt" ist grammatikalisch korrekt.

- Deze zin zal vertaald worden.
- Deze zin zal worden vertaald.

Dieser Satz wird übersetzt werden.

- Ik begrijp die zin niet.
- Ik begrijp de zin niet.

Ich verstehe den Satz nicht.

- Ik heb de zin verbeterd.
- Ik heb de zin gecorrigeerd.

Ich habe den Satz korrigiert.

Hij onderbrak zijn zin.

Er unterbrach seinen Satz.

Deze zin is prima.

- Dieser Satz ist richtig.
- Dieser Satz ist korrekt.

Verwijder deze zin alstublieft.

Diesen Satz bitte löschen!

Wat betekent deze zin?

Was bedeutet dieser Satz?

Wijzig de zin alstublieft.

- Bitte ändern Sie den Satz.
- Bitte ändere den Satz.

Deze zin niet vertalen!

- Übersetzen Sie diesen Satz nicht!
- Diesen Satz nicht übersetzen!
- Übersetzt diesen Satz nicht.

Heeft het leven zin?

Hat das Leben einen Sinn?

Deze zin is waar.

Dieser Satz ist wahr.

Dat was mijn zin!

Das war mein Satz!

Dit is een zin.

- Dies ist ein Satz.
- Das ist ein Satz.

Dit is geen zin.

- Dies ist kein Satz.
- Das ist kein Satz.

Zin in een sigaar?

Zigarre gefällig?

Is deze zin juist?

Ist dieser Satz korrekt?

Hij vertaalde haar zin.

- Er übersetzte ihren Satz.
- Er hat ihren Satz übersetzt.

Ze vertaalde zijn zin.

- Sie hat seinen Satz übersetzt.
- Sie übersetzte seinen Satz.

Ze kopieerde een zin.

Sie schrieb einen Satz ab.

Deze zin is grappig.

Dieser Satz ist lustig.

Deze zin is triest.

Dieser Satz ist traurig.

Deze zin is saai.

Dieser Satz ist langweilig.

Waar is mijn zin?

Wo ist mein Satz?

Heeft dit wel zin?

Ist das sinnvoll?

Is mijn zin correct?

- Ist mein Satz richtig?
- Ist mein Satz korrekt?

- Welke zin hoort ge het liefst?
- Wat is jouw favoriete zin?

Welcher ist dein Lieblingssatz?

- Ze vertaalde haar eigen zin.
- Ze heeft haar eigen zin vertaald.

- Sie hat ihren eigenen Satz übersetzt.
- Sie übersetzte ihren eigenen Satz.

- Heb je zin in een fietstocht?
- Heeft u zin in een fietstocht?
- Hebben jullie zin in een fietstocht?

- Hast du Lust auf eine Fahrradtour?
- Habt ihr Lust auf eine Fahrradtour?
- Haben Sie Lust auf eine Fahrradtour?

- Uw ideeën hebben geen enkele zin.
- Jouw ideeën hebben geen enkele zin.

Deine Ideen ergeben doch gar keinen Sinn.

- Waarom heb je die zin vertaald?
- Waarom hebt u die zin vertaald?

- Warum hast du diesen Satz übersetzt?
- Warum haben Sie diesen Satz übersetzt?

- Kort deze zin een beetje in.
- Maak deze zin een beetje korter.

Verkürze diesen Satz ein bisschen.

Het is ook een zin

Ich zitiere noch eine Zeile

Heel grappig… in zekere zin!

Sehr lustig ... auf eine Art!

Deze zin is niet verkeerd.

Dieser Satz ist nicht verkehrt.

Ik heb zin in avonturen.

Ich habe Lust auf Abenteuer.

Wat is jouw favoriete zin?

Welcher ist dein Lieblingssatz?

Deze zin bevat zeven woorden.

Dieser Satz besteht aus sieben Wörtern.

Deze zin is spraakkundig juist.

Dieser Satz ist grammatisch korrekt.

Ik heb de zin verbeterd.

- Ich habe den Satz korrigiert.
- Ich habe den Satz berichtigt.
- Ich habe den Satz verbessert.

Emily heeft de zin geschreven.

Emily hat den Satz geschrieben.

Ik begrijp die zin niet.

Ich verstehe den Satz nicht.

Ik heb de zin gecorrigeerd.

- Ich habe den Satz korrigiert.
- Ich habe den Satz berichtigt.

Deze zin slaat nergens op.

Dieser Satz ergibt keinen Sinn.

Dat is een rare zin.

Dies ist ein seltsamer Satz.

Hoe verwijder ik een zin?

Wie löscht man einen Satz?

Deze zin is van mij.

Dieser Satz gehört mir.

Deze zin zal worden vertaald.

- Dieser Satz wird übersetzt werden.
- Man wird diesen Satz übersetzen.

Maak alsjeblieft de zin af.

Bitte vervollständigen Sie die Sätze.

Ik begrijp de zin niet.

Ich verstehe den Satz nicht.

Ze vertaalde haar eigen zin.

Sie übersetzte ihren eigenen Satz.