Translation of "Kaartje" in German

0.008 sec.

Examples of using "Kaartje" in a sentence and their german translations:

Uw kaartje, alstublieft.

- Ihre Fahrkarte, bitte.
- Ihren Fahrschein, bitte.

Heb je een kaartje?

Hast du ein Ticket?

Vergeet het kaartje niet.

Vergessen Sie die Fahrkarte nicht.

Mag ik je kaartje?

Darf ich Ihr Ticket ansehen?

Ik ben mijn kaartje kwijt.

Ich habe mein Ticket verloren.

Iedere toeschouwer koopt een kaartje.

- Jeder Zuschauer kauft eine Karte.
- Jeder Zuschauer kauft eine Eintrittskarte.

Waar kan ik een kaartje kopen?

- Wo kann ich ein Ticket kaufen?
- Wo kann ich eine Fahrkarte kaufen?

- Uw ticket, alstublieft.
- Uw kaartje, alstublieft.

Ihre Fahrkarte, bitte.

Dit kaartje is geldig voor drie dagen.

Diese Fahrkarte ist drei Tage gültig.

De conducteur is vergeten mijn kaartje te stempelen.

Der Schaffner vergaß, mein Ticket zu entwerten.

Ik liet mijn kaartje bij de deur zien.

- Ich habe meine Eintrittskarte am Eingang vorgezeigt.
- Ich zeigte meine Eintrittskarte am Eingang vor.

- Het kaartje kost 100 euro.
- Het toegangskaartje kost honderd euro.

- Die Fahrkarte kostet hundert Euro.
- Die Eintrittskarte kostet hundert Euro.

Moet ik voor u een kaartje reserveren voor het concert?

Soll ich dir eine Karte für das Konzert besorgen?

- Het ticket kost honderd euro.
- Het kaartje kost 100 euro.

Die Fahrkarte kostet hundert Euro.

Om in de bus te stappen moet ge een kaartje kopen.

Um in den Bus zu steigen, musst du ein Ticket kaufen.

- Heb je een kaartje?
- Heb je de kaartjes?
- Hebben jullie de kaartjes?

Haben Sie ein Ticket?

Geeft u mij een kaartje voor de voorstelling van zeven uur, alstublieft.

- Bitte eine Eintrittskarte für die Vorstellung um sieben Uhr.
- Bitte eine Karte für die Sieben-Uhr-Vorstellung.

Je hoeft alleen maar op het knopje te drukken om een kaartje te krijgen.

Man muss nur die Taste drücken, um eine Fahrkarte zu bekommen.